28 - In Britsch-Indië gebruikt men hiertoe ossenhunne snelheid is echter te gering om ze als eenig transportmiddel te bezigen. Ons blijft dus niets anders over dan het vervoermiddel te bezigen, dat èn bij den trein op Atjeh èn bij de bergartillerie steeds voldaan heeft, nl. Paarden. Volgens courantenberichten zal men bij de bergar tillerie een proef nemen om de muildieren door Australische po- nies te vervangen. Het schijnt ons toe, dat deze proef weinig kans van slagen heeft, zoolang men aan de tot nu toe gebruikelijke gewichten der lasten vasthoudt. Doet men dit niet, dan is het waarschijnlijk beter zooveel mogelijk van eene remonteering in het buitenland af te zien en paarden uit de Padangsche Boven landen te gebruiken. Deze taaie, sterke dieren zijn veel onge voeliger dan sandelhouts voor minder goede voeding en verple ging; alleen zijn ze zeer vechtlustig, doch het gebruik van een muilkorf heeft een kalmeerenden invloed. Zij hebben op Atjeh hunne munitiekisten van een totaal gewicht van 93 K.Gr. altijd welgemoed gedragen 1), terwijl zij ook als trekdieren zeer goed te gebruiken zijn. Der langen Bede kurzer Sinn is dus, dat wij het materieel der artillerie tegen den I. V. verdeelbaar wenschen in lasten van 90 K.G., die op draagpaarden vervoerd worden, terwijl het wenschelijk zou zijn, dat het materieel, in elkaar gezet, ook ge trokken kon worden. B. Uitwerking. Waar het geweer te kort schiet, zoowel in figuurlijken als in letterlijken zin, daar moet het kanon ter hulpe komen. Zal dit in een strijd tegen een B. V. in de eerste plaats noodig zijn om de vijandelijke artillerie niederzukampfen, tegen den I. Y. is hiervan geen sprake, daar de enkele vuurmond, dien de I. V. al eens mocht bezitten, meer gevaar voor hem zelf dan voor onze troepen op levert. De doelen, die zich in den strijd tegen den I. Y. kun nen voordoen, brengen we terug tot de volgende drie groepen a. ongedekte levende doelen. b. gedekte levende doelen. er. terrein voor werpen en versterkingen. 1) V. E. H. schijnt hieromtrent eene andere ondervinding te hebben; is die soms op gedaan met reeds voor rijpaard afgekeurde, versleten sandelhouts?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 48