503 Ongeveer een half uur voor zonsondergang was hij onze posi ties van alle zijden tot op zeer korten afstand genaderd. Wij ■schoten zoo hevig, dat hij verscheiden keeren terug moest; maar- telkens werd hij opnieuw tot den storm aangevoerd door andere •officieren. Toen wij ten slotte op slechts 20 tree afstand beschoten werden en ik zag, dat de vijand den rand, waar onze kanonnen stonden, reeds in bezit had, moesten wij terug om aan gevangen neming te ontkomen. De slag van Elandslaagte was door ons verloren. Omtrent het gevecht bij Colenso zegt de schrijver: Ten zeerste is het te betreuren, dat de vijand niet dadelijk achtervolgd werd; was zulks geschied, dan zou de veldtocht in Natal een geheel ander en gunstiger verloop hebben gehad. Over het gevecht bij Spionkop lezen wij: De vijand had iü •den avond van den laatsten dag van het gevecht de kruin van •den kop bereikt, echter niet zonder zware verliezen geleden te hebben. Een onzer generaals had reeds den moed zoozeer ver loren, dat hij zijn wagens enz. had laten terugtrekken en zelf ook het slagveld verliet. Alleen Botha hield moedig stand. Welk een verrassing was het den volgenden morgen te ontwaren, dat de Engelschen den terugtocht hadden aanvaard, het uitgebreide slagveld, bezaaid met honderden dooden en gewondeh, achterla tend in onze handen. Yan het gevecht bij Yaalkrans zegt de schrijver o. nr.: Yerschei- •denen om mij heen waren gesneuveld, anderen waren de kleeren aan brand geschoten, weer anderen waren gewondzij kermden •en smeekten om hulp. Onze pom-pom was reeds lang door den vijand tot zwijgen gebracht. Een dertigtal mijner burgers was buiten gevecht gesteld en de vijandelijke infanterie naderde meer •en meer. Wij schoten op 400 tree, doch hoewel wij menigeen in het zand deden bijten, was het vuur van de weinige over gebleven burgers te zwak om de groote overmacht tegen te houden. Daar barstte een lyddietbom vlak boven onze hoofden, vier dei- burgers langs mij werden verpletterd en mijn geweer werd aan stukken geslagen. Gedurende eenige oogenblikken was ik be wusteloos. Toen ik weer rondkeek, was de vijand bezig om van ■drie kanten het kopje te beklimmen. Ik gaf order te retireeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 527