512 - dertig treden van ons af is, besluiteloos, weifelend, zwak. Ik gevoel me als door een magneet ter aarde getrokken, want het raast en krast, bonst en sist, kraakt en gonst maar altijd door. Het gevaar is verdriedubbeld, als men zoo staan blijft. Een blik op den jongen Transvaler redt mij. De hoogmoed komt mij ter hulpe. Weêr gaan liggén? Neen, waarachtig niet voor het aangezicht van dien kleinen jongen. Die schande is te groot. Ik stap recht op hem af, en daar staan wij de kerels toe te schreeuwen om ons te volgen. Paf! hier bij ons valt een G.Kraakvlak boven ons breekt er een G. K. Plof wij springen beide op zij. Nog niet gewond! Dat's goed, maar projectielen dragen in zulk een regen? Onmogelijk! Dat niet. Terug dan? Nimmer. Gelukkig schiet mij te binnen dat er vlak om den heuvel een veldkornetschap is opgesteld, derwaarts breng ik den jongen artillerist en trek mij zelf terug bij een klompje burgers, dat ik heb opgemerkt op een lager terras van den Pepworth's heuvel, buiten de lijn van het kanonvuur Daar kon de schrijver het verloop van den slag volgen, dat hij als volgt beschrijft: Ginds onder de doornboomen zie ik de zwarte strepen, die geregeld bliksem uitschieten. Dat zijn de 18 E. veldkanonnen, die het ons zoo warm op Pepworth's heuvel maakten. Geen rook, slechts vuurtongen zijn er zichtbaar. En dan het gefluit en geklap, gekraak en gejank in de lucht of tegen den heuvel aan. Eindelijk kwam het laatste tooneel. Als door een tooverslag was de vlakte daar dicht bij de Engelsche batterijen met voet volk besprenkeld. Waar kwamen zij vandaan? Mogelijk lagen zij verscholen achter een heuveltje of onder de boomen, klaar om Pepworth's heuvel te bestormen. Mogelijk hadden zij zich reeds vroeg in den slag uitgeput in den mislukten aanval op gen1. Bur ger's positie. Later vernam ik, dat onze menschen het daar in ons centrum voor een korten tijd zeer zwaar hadden en hun voorste positie moesten opgeven. De houwitser en Krupps de den echter van twee kanten zulk goed werk, dit het Engelsche centrum geen vordering kon maken. Hun rechtervleugel 'kreeg het nog heeter. Yan heuvel tot heuvel dreven Meijers mannen ze dien morgen terug, totdat zij Lombardskop en Gun Hill

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 536