TE ZWARE ROST.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel U de gedachtenwisseling over de vraag of ons Tijd
schrift naar behooren aan zijne bestemming beantwoordt, gesloten
heeft, zóó meen ik toch, waar ik met naam en toenaam in het debat
ben gehaald, recht te hebben op een kort woord van verweer.
De Kapitein G. Buys acht mijne mathematisch-ballistische
studiën te zware kost voor de lezershij is van oordeel, dat de
betrekkelijke artikelen zóó hoog gaan, dat zij door niet meer
dan 15°/0 kunnen worden gevolgd en begrepen. En U, Mijnheer
de Redacteur! U maakt het nog een graad erger door die 15°/Ö
eenvoudig tot 5°/0 terug te brengen, zoodat mijne opstellen voor
95°/o onleesbaar zouden zijn.
Hiertegen wensch ik mij met een enkel woord te verdedigen.
In't algemeen moet de schrijver van soortgelijke artikelen de
wiskundige kennis der lezers niet hooger schatten dan volstrekt
noodig is tot goed begrip der zaak. Vooral moet hij trachten
zijn betoog zoodanig in te richten, dat het gebruik der hoogere
wiskunde daarbij wordt vermeden, al wordt het artikel daardoor
wat langer. Zoodra men toch de differentiaal- en de integraal
rekening er bij haalt, wordt de studie voor verreweg de meeste
kameraden der infanterie en cavalerie volkomen onverstaanbaar.
Doch maar al te dikwijls brengt de aard van het onderwerp de
noodzakelijkheid van het gebruik van dit hulpmiddel mede.
De theorie van het inschieten nu, die het onderwerp mijner laat
ste studie vormde,een onderwerp, waaraan de Kapitein Buys
stellig geen actueel belang zal ontzeggen,die theorie voert, zelfs
in hare allereenvoudigste toepassingen, tot in het hart der hoo
gere wiskunde. Eene behandeling van dit onderwerp zonder hulp
der differentiaal-, integraal- en waarschijnlijkheidsrekening is even
onmogelijk als bijv. de leer van het landmeten en waterpassen
zonder hulp van goniometrie en trigonometrie. Eene wetenschap-