DE RECHTSPLEGING BIJ DE LANDMACHT EN DE GETUIGENVERHOOREN. Hoewel artikel 87 R. L. voorschrijft „de getuigenwelke de au diteur-militair vermeentdat behooren te worden gehoordzullen mede ten overstaan van officieren-commissarissen worden gehoord"zoo zal toch wel niemand willen ontkennen, dat het toch allereerst de beide commissarissen zijn, die, op. grond van het bepaalde bij artikel 19 e. v. R. L., tot het houden van informatiën benoemd, vaststellen welke getuigen zij wenschen te hooren of op vraag punten te doen hooren (art. 94, 99 en 102 R. L.). Uit het in Nederland verschijnende Tijdschrift voor Strafrecht bleek mij, dat een schrijver, die, als ik mij niet vergis, een paar malen als auditeur-militair fungeerde, de meening voorstaat, dat binnen de residentie van den krijgsraad de beklaagde en c. q. ook de getuigen alleen door dien auditeur ten overstaan van de commis sarissen worden gehoord, (i) Niets is minder waarhet is mijns inziens onbetwistbaar, dat commissarissen de informatiën moeten houden en dat de auditeur het recht heeft vragen te stellen; deze laatste toch is als openbaar aanklager partij contra den be klaagde. De wetgever, die in den auditeur een rechtsgeleerde ziet, kent hem terecht een groote bevoegdheid toe en beschouwt hem tevens als den rechtskundigen adviseur van den krijgsraad; voorts is aan hem de bevoegdheid gegeven om zijn oordeel uit te spreken over de al of niet voldoendheid der buiten'skrijgsraads residentie gehouden informatiën, maar dit alles is nog geen reden (1) Tijdschrift voor Strafrecht jaargang 1902 Deel XV aflevering 2 Mr. van Meurs „Over het appel in het militaire strafproces" ook afzonderlijk als brochure verkrijgbaar, wellicht dus ook reeds in Indië verschenen, waarom ik dan ook in het I. M. T. mede meen te moeten opkomen tegen 's schrijvers meening aangaande den loop der informatiën; zij, die bij de lezing van de inleiding vah dat artikel meenen^ dat de schrijver hier een handig en kort overzicht geeft van den gang der militaire strafprocedure, ontvangen den raad die inleiding een drietal bladzijden hetzij te schrappen, dan wel haar eerst ter dege met de R. L. te vergelijken, daarna zullen zij van zelf wel tot het schrappen overgaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 554