533 getuige, die zonder wettige redenen getuigenis weigert af te leg gen, in gijzeling worde gebracht en gehoudentotdat hij aan zijne verplichting zal hebben voldaan (art. 53 Regl. Strafv, R. v. J.) en 3°. na afloop der instructie den weigerachtigen getuige, zoo de zaak, waarin zijn getuigenis werd gevorderd, niet naar de te rechtzitting wordt verwezen, uit de gijzeling te ontslaan, doch ter zake zijner onwilligheid te veroordeelden tot de straf van gevangenis, den tijd van één jaar niet te boven gaande. En dit alles nog maar alleen ter zake van of tijdens de instruc tie, want ook de Raad van Justitie heeft in den inhoud der art. 133 t/m 137 Regl. Strafv. nog een uitgebreide bevoegdheid tegen over den niet verschijnenden of weigerachtigen getuige, waar of ficieren-commissarissen en krijgsraad soms machteloos staan. S. v. 's Gr. Breda, 15 Januari 1903.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 557