537
Geef aan ieder minder militair, behalve de jaarlijksehe verstrekking
van 1 attila en 1 sergen pantalon, bovendien twee blauwe linnen pantalons
benevens een zoogenaamd „Atjehbuisje". De witte werkbroek, die (behalve
bij het schijfschieten en pionieren) nooit gedragen wordt, zou dan kunnen
vervallen en de man was meteen geholpen aan doelmatige kleeding, zoowel
in het garnizoen als te velde. Evenmin zou de man voortaan genoodzaakt
zijn uit eigen middelen zich blauw linnen aan te schaffen, om daarvan
een of meer pantalons te vervaardigen kort vóór dat hij op expeditie
gaat. (Mij is bekend, dat eene compagnie van het 2tle Bataljon, even vóór
dat dit naar Djambi vertrok, te Magelang in eene chineesche toko voor
dit doel voor f 40 blauw linnen kocht.)
b. Zou het niet mogelijk zijn, tarief 24 ook zoodanig te wijzigen, dat
geen geldswaarde meer mocht worden uitgekeerd voor het niet ontvangen
van kleeding of schoeisel aan militairen beneden den graad van onder
officier? Laat b.v. bepaald worden, dat ieder militair beneden den graad
van onderofficier eenigen tijd vóór den datum, waarop eene vernieuwing
zal worden verstrekt, kan verzoeken, in plaats van het aankomende, iets
anders te mogen ontvangen; voor een paar schoenen b.v. een attila, sergen
pantalon, of helmhoed enz.
Thans wordt het geld, dat uitbetaald wordt voor niet ontvangen klee
ding of schoeisel, bij het grootste gedeelte der Europeesche compagnieën
omgezet in sterken drank, en daardoor het doel gemist, dat bij het opne
men dezer bepaling in het tarief heeft voorgezeten.
c. Zou niet bepaald kunnen worden, dat onder de uitrusting van ieder
militair, die schoenen draagt, ook werd opgenomen twee paar slobkousen
Het zou dan niet meer voorkomen, dat de man leentjebuur moet spelen,
om te kunnen uitrukken, wat voor hem bepaald een groot ongerief is.
Deze slobkousen zouden, evenals thans het geval is met den ransel, den
man in bruikleen kunnen worden gegevenhet gouvernement zou door
deze meerdere verstrekking op den duur geen onkosten hebben, en de
troep is er werkelijk mede gebaat.
C. Dumont.
Vereenvoudiging van de compagniesadministratie.
Kunnen bij de compagnieën de reparatieboeken (Model 3 en 4 benevens
de maandelijksche reparatiestaten niet vervallen? De opheffing van een
•en ander zou een groot gedeelte van de administratieve werkzaamheden
bij eene compagnie doen vervallen en de administratieve taak der com"
pagniescommandanten, die toch al veel te groot is, aanmerkelijk verlich
ten. Mij dunkt, dat, waar de compagniescommandant hoegenaamd geen be
moeienis heeft b.v. met de reparatie van een bank, stoel of ander kazer-