36
dieren, als het aantal officieren, bedieningspersoneel en geleiders
minder. Geen gering voordeel voorwaar, wanneer, zooals bij eene ex
peditie het geval is, elke mond meer ook bijna een koelie meer bij den
trein noodig maakt. Daarom moet nieuw aan te schaffen geschut
tegen den I. Y. per sé snelvuurgeschut zijn. Zou men daarbij
een G. K. schot met groote uitwerking eischen, dan moet de
vuurmond een kaliber van minstens 6 cM. en eene groote be
trekkelijke lengte hebben. Zoo'n vuurmond is bij deNederlandsche
vestingartillerie ingevoerd; het kanon alleen weegt 184 KG 1).
Men zou dan komen tot verdeelbaar geschut, waarvan de nadee-
len zoo voor de hand liggen, dat we ze hier niet meer zullen
opsommen.
Yindt men de ondervinding, door de Indische artillerie met
G. K. opgedaan, niet voldoende om het vertrouwen, in de groote
uitwerking dezer projectielen gesteld, aan de hand van beroemd
heden als Rohne en Wille te schokken, dan leze men eens wat
de Zuid-Afribaansche oorlog daaromtrent heeft geleerd. Zoo zegt
de Hollandsche attaché Jbr. Ram: „Onze indruk is geweest, dat
het G. K. vuur der Engelschen over het algemeen weinig heeft
uitgewerkt en dat de G., lyddiet en anderen, voornamelijk oor
zaak waren van het prestige, dat het vijandelijk geschut in dezen
oorlog bij de Boeren heeft gehad." 2)
Ook de schrijver over dezen oorlog in het Beiheft zurn Mil.
Wochenblatt, anders een vurig G. K. vereerder uit de Duitsche
school, zegt, dat de buizen zeer slecht werkten 3).
Om al deze redenen verkiezen wij het gebruik van G. tegen
ongedekte doelen bij artillerie tegen den I. Y. Aangezien de uit
werking van een G. ook hier niet evenredig met het kaliber
toeneemt, is een kl. kal. snelvuurkanon de aangewezen vuur
mond. Eveneens is dit het geval met het beschieten van ter-
reinvoorwerpen en versterkingen, waar we den eisch opstelden,
dat het kanon vele lichte projectielen onder gestrekte baan moest
verschieten.
Men zal tegen het uitsluitend gebruik van G. uit kl. kal. snel
vuurkanonnen de volgende bezwaren willen aanvoeren
1) Handboek voor de Vestingartillerie. Hoofdst. I.
2) K. W. 1901/1902 III blz. 212.
3) K.W. Vert. en Overdr. öe strie YI blz. 12.