544
men, had zij het verlies van den inl. fuselier Nodikromo, No. 44482,
die sneuvelde, en van den inl. fuselier Kartomanawie, No. 27378,
die gewond raakte, te betreuren.
Omstreeks 3| uur N.M. vertrokken van uit Koeta Radja per
spoor naar Lambaroe 2 compagnieën van het 14e Bataljon en 8
brigades marechaussée, met opdracht naar Senelop te marcheeren
en de bezettingen van de blokhuizen Montassik, Aloer Oe en.
Toei Selimbing te ontzetten en met wapens en munitie naar
Koeta Radja terug te brengen.
De colonne, die onder bevel van den majoor G. P. M. van der-
Noor daa stond, was samengesteld als volgt:
1 majoor,
1 luitenant-adjudant,
2 kapiteins, 6 luitenants, 227 Europ. en inl. onderofficieren en:
minderen van het 14e Bataljon,
1 kapitein, 3 luitenants, 8 Eur. onderoff.152 Amb. en inl.
marechaussées.
1 officier van gezondheid, 5 man hospitaalpersoneel, 60 dwang
arbeiders met 20 tandoes.
Zij marcheerde in de hieronder aangegeven volgorde te 4 uur
15 min N. M. af (via Siroen).
Voorhoede: 4 brigades marechaussée; commandant le luitenant
W. K. J. Stoop.
Hoofdtroep: 4 brigades idem onder de le luitenants J. W. CL
Vuijck en H. M, Vis.
1 compagnie infanterie kapt. Bruynis
1 peloton id kapt. Labotz.
Achterhoede: 1 peloton infanterie' met ambulance.
Ter hoogte van Landam op het open terrein komend, werd zij
vrij hevig beschoten van uit de Kroeng Lingkar en de ten N. daar
van "gelegen kampongs. Zonder dit vuur te beantwoorden werd
met vluggen pas naar Lamsoet gemarcheerd en dat te 5 uur 15
min. N.M. bereikt.
Volgens ingekomen berichten was missigit Lamdjampoe zwaar
versterkt en bezet. Ook de kampongs Belang, Bralon en Lam
bada, zoomede Lam Paleuë en het terrein ten N. van Blang
Tjoet zaten vol vijanden, terwijl zij zich mede zouden ophouden
in de kampongs Adjé, Adjé Boeng Mira, Lam Ateuh, Tjot Goet,