545
Lam Kiman, Lam Koelat, Lam Tjot, Lam Sinjing en Lam Siti
met de bijgelegen hoogten.
In verband met die berichten werd de marschvorm te Lamsoet
gewijzigd.
Voorhoede: comdt. kapitein Jhr. Graafland.
3 brigades marechaussée luitenant Stoop.
3 luitenant Vuijck.
1 sectie infanterie (sergeant Lutje).
Hoofdcolonne3 secties van de compie Labotz met ambulance
en dragers,
compagnie Bruynis,
2 brigades marechaussée [luitenant Vis],
Kapitein Bruynis ontving den last om met zijne compagnie
en de brigades Vis stelling te nemen in den N. O. rand van
Lam Oe om van daaruit den aanval op Lamdjampoe met vuur
te ondersteunen. Onder hevig vuur van de achter de Kr. Ling-
kar opgestelde schutters werd, ten koste van eenige verliezen,
met voortvarendheid aan deze opdracht voldaan. Onder dek
king van deze colonne en van eene sectie infanterie rukte nu
de overige marechaussées onder kapitein Graafland voorwaarts.
De compagnie Labotz marcheerde, buiten Lam Oe, onmiddel
lijk op en zonder te vuren bestormden de brigades Stoop de
Masdjid Lamdjampoe, die door de moslemin in allerijl verlaten
werd.
Met evenveel élan attaqueerden de brigades Vuijck de hoog
ten vóór en in den rand van kampong Belang.
De masdjid werd nu voorloopig door de sectie Lutje bezet
en de brigades Stoop richtten zich op last van kapt. Graaf
land naar Bralon en Lambada, terwijl de afdeeling Vuijck den
vijand uit Lam Sinjing joeg. Deze vluchtte voor een deel naar
Lam Siti, doch werd daar door Senelop onder geschutvuur ge
nomen.
De infanterie volgde slechts langzaam, daar de compagnie
Bruynis niet genoeg tandoes had, om de gewonden te vervoeren.
De vijand hield de colonne steeds onder vuur en stak zelfs
bij Lam Siti de Kroeng Lingkar over. Eigener initiatief besloot
luitenant Vuijck daarom die kampong te vermeesteren. De
ten W. daarvan gelegen hoogte werd stormenderhand genomen