548
zoo kwam men te 2 uur V.M. te Lamsoet, waar de gewonden
opnieuw verbonden werden. Te 2 uur 45 min. V.M. werd de
marsch voortgezet langs denzelfden weg, dien men 's morgens ge
volgd had en om 5 uur stapte de geheele troep te Lambaroe in
den trein naar Koeta Radja.
Behalve de luitenant Yuijck was nog gesneuveld de Amb. ma-
rechaussée Sapahaluh, N°. 37620, die bij den stormloop op Bralon
het leven liet. Men had het lijk daar achtergelaten met het
voornemen het in het teruggaan op te halen; toen werd echter
niets meer gevonden.
Gewond werden nog de Eur. sergeant Gehne, No. 24835, de
Amb. sergeant Tumbuan, 2 Amb. en 3 Javaansche maréchaussees;
voorts de Eur. sergeant Lutje, No. 27226 en 5 Eur. fuseliers van
het 14e Bataljon.
Van de patrouille van den post, die met luitenant Vis den toe
gangsweg bezette, werd de Eur. fuselier ten Brink, No. 36527,
gewond.
Ook te Ana' Galong was door middel van 2 dwangarbeiders te
51/2 uur N. M. de last ontvangen, de blokhuizen Blang Tjoet
en Mata Air te ontruimen, hetgeen onmiddellijk onder flink
vuur van den vijand geschiedde. In de kampongs Ana' Batée en
Sibreh nam men groote benden kwaadwilligen waar. De blokhui
zen in de O. linie werden mede ontruimd. De bezetting, volk van
Nja Bantah, nam stelling op de Tjot Poekloet. Natuurlijk werden
verschillende posten dien dag onder vuur genomen.
Een der compagnieën van het 3e Bataljon was intusschen van
Lamdjamoe terug gehaald, de versterking van andere posten weer
afgelost, terwijl de vuurmonden van Ketapan Doewa, Lampene-
roet, Lamreng en Roempit benden, die zich in het voorterrein
vertoonden, onder vuur namen.
Den volgenden dag, 31 Maart, bracht de marine te Oleh-leh nog
een 7 c.M. A. nabij de lagune achter het plaatsbureau in batterij.
Van Lamtih werd eene patrouille de kampong van dien naam
binnen gezonden, die met 5 voorlaadgeweren, 2 donderbussen en
eenige blanke wapens terug kwam en de kampong geheel verlaten
had bevonden. Nabij Lampermei werd niet alleen het blokhuis
aan de Kroeng Lingkar, doch ook de tram beschoten. Natuur-