555
dat zijn stukken op Toebaloe en Blang Kira zou richten.
Ketapan Doewa kreeg nog last op eventueel uit W. richting
toestroomend vijandelijk volk te letten, en eene te Tjot Goë
aanwezige compagnie van het 12e Bataljon om Z. O. van dien
post stelling te nemen en Lam Kawi onder vuur te houden.
Te 6 uur 30 min. Y. M. marcheerden het 14e Bataljon, de
bergartillerie, het 3e Bataljon, de reserve colonne en genietroepen
van Lampeneroet af. Nabij den post Tjot Goë sloegen de le en
2e colonne hunne aangegeven marschrichtingen O. en W. waarts
van den hoofdweg in.
Het 14e Bataljon kreeg het eerst vuur, toen de spits aan den W.
voet van den heuvelrug, waarover het pad naar Lam Tehen West
loopt, gekomen was en wel uit de kampong Lam Tehen Oost.
Onder dekking van l sectie infanterie, kwam de sectie luitenant
Deibert van de bergartillerie, westwaarts van den weg bij het
begin van voornoemd pad in stelling, en opende tegelijk met de
infanterie het vuur. De door het 14e Bat0D. gegeven artillerie
dekking werd later door een peloton van het 3e Baton. vervangen.
De 2° sectie berg, luitenant Steenkamp, nam bij het hoogte-
cijfer 25 stelling ten einde den opmarsch van de 2e colonne te
steunen. Zij opende daartoe te 7 uur 15 min. V. M. haar vuur
op den, in kampong Tjot Tjigari opgestelden, vijand en nam,
naarmate deze colonne voorwaarts rukte, telkens de meer Z. ge
legen kampongs onder vuur.
De reservecolonne kwam te 7 uur 45 min. te Tjot Goë aan;
de compagnieën van het 14e en 3e Bataljon dezer colonne waren
bestemd om de bezettingen van Lamkoenjit en Biloel af te lossen.
Een peloton van het 14e van deze colonne verving te 7 uur
30' de sectie Deibert, die toen aan de W. zijde van Tjot Goë
stelling nam om haar vuur op Lampene-ëng en Lege te kunnen
brengen. 7uur 35' kregen Lamreng en Lampeneroet last het ge
schutvuur te staken.
De genietroepen kregen al spoedig bevel de eerste twee brug
gen ten Z. O. van Tjot Goë te herstellen.
Nadat de spits het vuur uit Lam Tehen Oost had beantwoord,
kreeg de l6 compagnie 14e Bataljon [comdt. kapt. Bruynis] last
den Westrand van Lam Tehen West te bezetten.
De toegangen tot de kampongs bleken overal zwaar versperd,