557
schen men kwam er; den vijand steeds vooruit drijvend, bereikte
men te 10 uur 15 min. V.M. Lamkoenjifc.
Omstreeks dienzelfden tijd werd op de linkerflank verbinding
gekregen met de 4e compagnie 14e Bataljon (kapt. Baron Collot
d'Escury)deze afdeeling, waarvan 2 off. en 75 bajonetten bestemd
waren om de bezetting van Lamkoenjit af te lossen, had 9 uur
20 min. Y.M. van den chef van den staf last ontvangen om van
uit Tjot Goë in Z. richting naar kampong Lege te marcheeren
en verbinding met de le colonne te zoeken.
Reeds te 8 luur 20 min. Y.M. was van uit Tjot Goë eene cava-
leriepatrouille, gevolgd door eene sectie infanterie, uitgezonden
met hetzelfde doel. Een kwartier later keerde die patrouille alweer
bij den bevelhebber terug met de mededeeling, dat het vijandelijk
vuur verder doordringen naar het W. had belet en zij dus niet
aan de opdracht had kunnen voldoen.
De compagnie Collot had reeds te 9 uur 30' bericht kunnen
zenden, dat de le colonne in het zicht was en wel bij den weg
dwars door Lampene-ëng naar Dinoeng.
Het 14e Bataljon nam in zijn geheel stelling om en bij Lam
koenjit, eenige pelotons werden vooruit geschoven om den vijand,
die steeds door bleef vuren, in bedwang te houden. De noodige
voorzieningen voor de aflossing van de bezetting werden getrof
fen. De commandant van dat bataljon zond bericht van zijn aan
komst te Lamkoenjit en deelde mede, dat, behalve de gesneu
velden: kapitein Geluk en 5 minderen, 9 minderen en 6 dwang
arbeiders gewond waren. Hij gaf tevens in overweging den post
geheel te verlaten, waarin echter niet bewilligd werd.
Zooals we boven reeds zagen, was het le peloton le compagnie
3e Bataljon aangewezen om de artillerie, die op den N. W. heuvel
van Tjot Goë in batterij was gekomen, te steunen. Ook het 2e
peloton dier compagnie (die geheel met repeteergeweren was be
wapend) steunde aanvankelijk het 14e Bataljon met haar vuur.
De marschvorm der 2e colonne was: de le compie(kapt. van Aken)
als voorhoede vooruit, gevolgd door de 3e compagnie (kapt. G. D.
van Epen) en 3 sectiën van de 4e compagnie (kapt. J. M. van Gogh).
Hierna kwam de ambulance. De gevechtstrein 6 kistjes reserve
munitie en 16 tandoes per compagnie bleef bij de compagnieën.
De achterhoede werd door de 4e sectie der 4e compagnie gevormd.
Dl. I, 1903. 37