593 omdat ik van laatstgenoemde te weinig uitwerking tegenover den buitenlandschen vijand verwacht. Bij hen is beweegbaarheid en zeer terechtgeheel op den voorgrond gesteld, natuurlijk ten koste van de uitwerking; tegenover den buitenlandschen vijand mag men in dit opzicht niet zoover gaan. En nu schijnt het mij toe, dat wij bergartillerie van het gewone type niet kunnen missen. Waar uit den inhoud en de behandeling van de jaarlijksche be grooting kan worden opgemaakt, dat een ernstige strijd gestre den zal worden om den buitenlandschen vijand den toegang tot het inwendige der Preanger Regentschappen te ontzeggen, zal daarbij eene talrijke, moderne artillerie onmisbaar zijn; die artil lerie moet talrijk zijn wegens het karakter, dat de oorlog dan zal hebben, en zij moet bergartillerie zijn, omdat de oorlog zal gevoerd worden in een terrein, waar veldartillerie niet altijd zal kunnen optreden, terwijl de omstandigheden aan de beweegbaar heid van die bergartillerie niet zulke hooge eischen zullen stel len als gedurende een oorlog tegen een inlandschen vijand. Het verschil in uitwerking tusschen beide voorstellen (6,5 cM. en 7,5 cM.) komt me nu te groot voor dan dat de batterijen van V. E. H. de gewone bergbatterijen tegen den buitenlandschen vijand met goed gevolg kunnen vervangen. En waar men alzoo bergbat terijen van het gewone type noodig heeft, verdient het aanbeve ling daarvoor hetzelfde kaliber te kiezen als voor de veldartillerie, waardoor men zich de door mij genoemde voordeelen verzekert. (1) Men kan natuurlijk van meening verschillen omtrent de waarde dezer voordeelen, ze bestaan in elk geval, terwijl het m.i. volstrekt niet uitgesloten is, dat gedurende den oorlog in de vlakte de berg artillerie gebruikt wordt tot verhooging van de geschutkracht van het daar vechtende leger. Juist bij een stelselmatigen terug tocht, zooals Y.E.H. dien in het kort aangeeft (2), zal betrek kelijk veel artillerie van groot voordeel zijn. Het verschil in uitwerking tusschen beide ontwerpen moge uit het volgende blijken: Daar het voorgestelde kanon van 7,5 cM. voor snelvuur is ingericht en dat van 6,5 cM. niet, zal men in dit opzicht van eerstgenoemden vuurmond meer mogen verwachten. Dat snel- (1) I. M. T. 1900 II blz. 401. (2) I. M. T. 1902 II blz. 308" e. vlg. Dl. I. 1903. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 599