595 2. De uitwerking van het voorgestelde materieel acht ik te genover den buitenlandschen vijand te gering dan dat het met goed gevolg de plaats van bergbatterijen van het gewone type kan vervangen. Ten slotte moet ik tegenspreken, geheel in overeenstemming met het voorgaande, dat eene mobiele artillerie tegen den inland- schen vijand meer dan eene moderne bergartillerie noodig iswat met de eene hand wordt genomen, moet door de andere op afdoen de wijze tegen aanrandingen van buiten worden beschermdan ders kan het nemen wel achterwege blijven. Het schijnt me toe, dat een twistgesprek over de quaestie, welke taak de meeste aan dacht vraagt: de verdediging tegen den buitenlandschen vijand of de oorlog tegen inlandsche staten, even onvruchtbaar is als de vraag, welk rad of eene affuit het beste missen kan, het rechter of het linker. Beide zijn van evenveel belang. C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 601