602 dat der Duitschers; dit laatste is eindelijk ook in strijd met de ondervinding in Z. Afrika. En deze is ongetwijfeld van bijzonder groote waarde. Wel zegt Lt. Herfkens (N°. 2 vaji 1902 van dit tijdschrift pag. 32): „uit dergelijke, toch ook voor een oorlog abnormale toestanden laten zich moeilijk juiste ge volgen trekken", maar dit is m.i. niet juist. Immers alle paar den hebben onder die toestanden dienst moeten doen en aan hun invloed bloot gestaan. De paarden hebben duidelijk, zeer duidelijk hun ongeschiktheid voor legerpaard getoond. Een oor log is toch niet denkbaar zonder voor paarden ongunstige om standigheden, en hoewel men wellicht nooit zoovele ongunstige invloeden meer vereenigd zal zien, mag dit de reden niet zijnr dat men de ondervinding uit dezen oorlog hare groote waarde ontneemt. Dus ook te velde zijn de Austr. paarden gebleken ongeschikt voor legerpaard te zijn en hebben zij in dit opzicht het Engel- sche paard eveneens geëvenaard. Op grond van al die ondervinding stelt een Engelsch fokker het fokken in de hoogte en in de zwaarte in een min of meer bespottelijk daglicht en zegt verder: „Ofschoon het algemeen „erkend wordt, dat krachtige voeding en zorgvuldige verpleging „van paarden bijzonder geschikt zijn voor eene ontwikkeling in „de hoogte, zoo zal die hoogte een zekere grens niet mogen „overschrijden. Ook is het bekend, dat paarden van licht, klein „slag, wanneer zij snel in de hoogte worden ontwikkeld, een min- „der solieden beenderen-en spierbouw krijgen; en hierdoor wordt „de hoogte bepaald, die niet voor de soliditeit van het paard „straffeloos mag worden overschreden"; het uit het oog verlie zen van deze zoo nauw met elkaar in verband staande zaken is ook bij de Austr. paarden niet zonder gevolgen gebleven. Ik ben over het Austr. paard wat uitvoerig geweest alleen met de bedoeling duidelijk te doen uitkomen, dat de fokkerij in Australië zich bedroefd weinig bekommert om paarden, die het buitenland zoekt of noodig heeft. Men fokt daar blijkbaar alleen voor eigen gebruik en vaste doelen. Een legerpaard van bepaald type bezit men daar niet; dit vindt men in de paarden, die daar niet bruikbaar zijn voor andere doeleinden en voor uitvoer in aanmerking komen. De Australische contingenten in Z. Afrika

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 608