613 den met succes willen gaan verbeteren en daartoe ook de bevol king willen laten medewerken, is het een onafwijsbare eisch het model of type van het benoodigde dier ook zoo duidelijk en scherp mogelijk aan te geven. Waar het doel duidelijk omschreven is, weet de fokker waar aan zich te houden bij de keuze van zijn fokmateriaal; hij zelve zal gemakkelijk de geslaagde van de niet geslaagde exemplaren kunnen onderscheiden en daarmede zijn voordeel doen. Met eene meer algemeene opwekking tot fokken mag ook eene meerdere waardeering verwacht worden van paarden, die uit hunne verrichtingen hebben kunnen toonen deugdzaam te zijn. Dit kan geschieden op oordeelkundig gehouden wedstrijden van verschil lenden aard en moet weer ten gevolge hebben een meerdere zorg en belangstelling in de opvoeding van het paard. Bij die opvoeding moet steeds naar meer en meer soberheid gestreefd worden, teneinde de paarden onder zooveel mogelijk dezelfde gunstige levensvoorwaarden te brengen als die van het Z. Afr. paard, den Arabier en de Birmahponie. Van den Birmahponie is hieromtrent reeds het noodige mede gedeeld; de Arabier is om'zijn sobere levenswijze bekend; van het Z. Afr. paard het volgende: Dit dier biedt bij gewone gras- voedering en weinig of geen onderhoud weerstand aan alle weers invloeden en is in staat dagelijks 40 - 50 Eng. mijlen af te leggen. Van de geboorte af tot zijn eersten rit komt het veulen zelden op stal en moet zich maar voeden met hetgeen het veld hem aan biedt. Zoo blijft hij zooveel mogelijk als rij- of trekdier bestaan en geeft men alleen in het vooruitzicht van zware tochten kracht- kunstmatig) voeder in den vorm van haver (met halm en aren). Door deze levenswijze zijn de dieren bijzonder verstandig, het geen vooral bij nachtmarschen veel voordeel oplevert. Onderweg neemt het paard voedsel, waar het dit vindt, het is blijkbaar met alles tevreden. Verder heeft het paard bijzondere zuivere bee- nen en een ideaal mooien harden hoef, die eerst laat of nooit be slagen wordt. Beengebreken zijn zeldzaam. Zoodra echter dit goede paard opstal werd geplaatst, verpleegd en beslagen, veranderde het in alle opzichten tot zijn nadeel. De taille is van 1,45 1,50 M.de gang niet bijzonder snel; het dier herinnert eindelijk'veel aan den Arabier, die trouwens ook vroeger tot kruising werd ingevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 619