HET RADERWERK DER ARTILLERIE. Toen ik eenige jaren geleden met een van de vele batterij commandanten, onder wie ik de eer had te dienen, de voordeelen besprak, die eene detacheering bij de veldartillerie in Holland zou opleveren boven een even lang verblijf op de buitenbezittingen bij de vestingartillerie, waarbij wij Riouw of Pontianak op het oog hadden, gaf hij mij als zijne meening te kennen, dat hij de voordeelen van zulk eene detacheering niet erg hoog schatte, maar daarentegen die van het commando op de buitenbezittingen wel, want „men kwam daar achter het raderwerk der artillerie, hetgeen voor de verdere loopbaan van het hoogste belang was." Nog bezield met het heilige vuur voor de bereden artillerie, waarmede bijna elk jong artillerie-officier zijn dienst begint, heb ik langen tijd niet begrepen wat eigenlijk met dat gezegde be doeld werd en dacht ik onwillekeurig aan de „Geheimniskra- merei" uit den brief „vom Kastengeist" van Kraft von Hohen- lohe. Langzamerhand door schade en schande wijs geworden, ben ik er wel achter gekomen, maar die groote eerbied, welke boven genoemde chef voor den eeredienst van „het raderwerk" had, is er bij mij nooit gekomen. Toen ik nu in het I. M. T. No. 10 van 1902 een officier van de Hollandsche veldartillerie, die, zooals hij zelf verklaart, in Holland slechts 2 jaren daarbij heeft gediend, op kalme wijze ons eenige wenken en raadgevingen voor de veldartillerie zag geven, die ieder, die maar iets met de veldartillerie te maken heeft gehad, onmiddellijk als zeer juist moet erkennen en ik tege lijkertijd vernam, dat het vorige jaar van uit de kern van het raderwerk aan den commandant der veld- en bergbatterijen de vraag was gedaan of het geene aanbeveling verdiende alle paar den der veldbatterijen op te toornen met een dwangtrens om het doorgaan tegen te gaan (1), een voorstel, waarbij mijns in- (1) Vergelijk: I. M. T. 1902 No. 10 blz. 335.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 625