6.27 ■veld is te vinden van bijv. meer dan 1000 M. "breed, waarover het uitzicht vrij is, daargelaten nog, dat het hooge uitzondering moet zijn, boven dezen afstand het vuur te openen, daar het gezichts vermogen het waarnemen van zulke kleine doelen, als versprei de afdeelingen zijn, over korrel en vizier niet toelaat. En mocht men bij uitzondering wel zulk een breede vlakte aantreffen, dan hoop ik, dat wij zoo wijs zullen zijn op een der gelijk terrein het gevecht juist niet aan te binden. De bedoelde buks kan 1,10 M. lang zijn. Men werpe niet tegen, dat dan het vuren op twee gelederen moeilijk wordt,—twee- gelederenvuur zal hooge uitzondering' zijn, moet bij een oorlog te gen Europeeschen vijand zelfs vermeden worden. Wenschtmenhet toch te behouden, dan kan men een gelid doen knielen bij dat vuren. Er is nog iets: toen het Mannlichergeweer werd ingevoerd, zond men ons tevens de stalen bajonetscheede met drager, ofschoon men bijna zeker kon weten, dat deze in het Indische leger niet gebruikt zouden worden. Laten wij maar niet trach ten na te gaan, hoeveel geld daarmede en met heen en weder zenr den weggeworpen is. Maken wij de woorden van den kapitein Smith, gesproken in de vergadering der Indische Krijgskundige Vereeniging (bldz. 68) tot de onze en laten wij in het belang van Leger en Staat hopen, dat zij verlost mogen worden van het toezicht uit Nederland op onze voorstellen of materieel! Ten slotte nog een klein voorstelletje. In '97 meende ik reeds, dat onze vizierinrichting niet deugde en ben nog niet tot een ander inzicht kunnen komen, vond daarentegen vele medeleggers. M.i. is een goede vizierinrichting, zooals hier geteekend. Men leert den man: „breng het bolletje van de f korrel juist passend in het gaatje van de korrel U vizierkeep en bedek daarmede het mik- vizierkeep punt". Proefondervindelijk bleek mij, dat dit beter resultaten gaf dan het redeneeren over „vorstrekken korrol" etc. en dat het richten gemakkelijker is. Er is geen grof gestreken of fijn korrel, er is maar één manier, het balletje moet in het gaatje passen en dan is de richting goed. (De driehoekige inkeping dient om eerst snel het doel te kunnen vinden, waarna pas „balletje in gaatje" wordt gebracht).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 633