43
met den besten wil ter wereld een schilderij kan maken.
Het duurt, ten overvloede, lang voor een paard zooveel ver
zameld kan worden als voor een zijgang noodig is en op het hier
gezegde grondt zich mijn bewering, dat in de militaire rijklassen
mot hun meerendeels middelmatige ruiters en hun beperkten
africhtingstijd nooit gebogen zijgangen worden gereden, behou
dens wellicht door een rijkunstig zeer bevoordeelde met een paard,
dat een bijzonderen aanleg heeft, welk uitzonderingsgeval, in
dien het zich al voordoet, voor de practijk van geen waarde is.
Ik geef toe, dat voor de uitvoering van ongebogen zijgangen
eenige bedrevenheid wordt vereischt, welke echter in de eerste
plaats gemakkelijk wordt verkregen en verder van even weinig
militaire waarde is als die, noodig om een paard andere kunstjes
alsapporteeren, aan een bel trekken e d. te leeren.
Zooals de Heer H. zegt, ontwikkelt het beoefenen van de ge
bogen zijgangen het gevoel van den remonteruiter zeer, doch
ook hier zijn verschillende maren onder het oog te zien. Men
moet dit „beoefenen van gebogen zijgangen" in twee soorten
onderscheiden: le het oefenen van den ruiter in het rijden dei-
gebogen zijgangen en 2» het toepassen van deze gangen bij de
dressuur door den geoefenden ruiter om het paard te oefenen in
kracht en behendigheid onder den ruiter.
Tot oefening van den ruiter is in de eerste plaats een paard
noodig, dat de zijgangen goed uitvoert, en voor de ontwikkeling
van zijn rijkunstig gevoel is het een conditio sine qua non, dat
dit gevoel ook werkelijk in zoodanige mate aanwezig is, dat het
vatbaar is voor de hoogere ontwikkeling, die de gebogen zijgan
gen vereischen en die o.a. medebrengt, dat de ruiter in alle gan
gen nauwkeurig voelt, hoe de hoefindrukken vallen.
Het is een ijdel streven iemand diep in een tak van weten
schap te willen laten doordringen, als het noodige begripsver
mogen hem niet is gegeven en evenzoo kan niemand aan het
beoefenen van gebogen zijgangen denken, als hij niet met het
noodige voelsvermogen is geboren.
Wanneer de geboren ruiter eenmaal, door oefening op een in
gebogen zijgangen volleerd paard, onder een goed leermeester,
weet, wat er aan een zijgang is te voelen en waar hij dus op een
ongeoefend paard naar moet streven, dan eerst kan hij eraan