52
3. Het punt moet niet te dicht bij de batterij liggen, doch
liefst ter hoogte van, of verder dan het doel, daar anders de fou
ten, die gemaakt mochten worden, belangrijk vergroot worden
voor het doel.
Uit bovenstaande eischen volgt, dat zoowel vóór- als achter
waarts gelegen hulprichtpunten kunnen gekozen worden en in
verband met punt 1 liefst achterwaarts moeten gelegen zijn,
hoewel men dan dikwijls met punt 8 in botsing zal komen-
Bij vuurmonden, voorzien van beschermschilden, zijn achterwaart-
sche hulprichtpunten uit den aard der zaak uitgesloten.
Het richtvlak van Roijen stelt ons in staat den geheelen ho
rizon te doorloopen ter verkrijging van een hulprichtpunt en is
dus bijzonder hiervoor geëigend. Verder laten ook de opzetten
van 12 cM. Hw. en Mr. A. toe op grooten afstand zijdelings van
de schootslijn nog hulprichtpunten te kiezen, n.l. respectievelijk
tot 240 en 320 °/00 links of rechts, door gebruik te maken van
den linker of rechter vizierkorrel. Zelfs is het mogelijk, door
den dwarsarm met de verdeelde zijde naar voren in den opzet
te plaatsen, tot op afstanden respectievelijk 480 en 640 °/00 links
van het doel een hulprichtpunt te zoeken, m.a.w. het doel mag
zelfs 480 of 640°/oo rechts van een bepaald hulprichtpunt liggen,
in welk geval nog de opzet te gebruiken is.
Richt men toch b.v. bij den Hw. van 12 cM. A. met den
dwarsarm op o geplaatst over de linker vizierkorrel op het
hulprichtpunt, dan staat de vuurmond 240 °/00 rechts van dit
punt. Door de omdraaiing van den dwarsarm komt de oogdop
240 °/oo rechts van de verdeelstreep op het draagstuk, dus van
de plaats, waar vóór de omdraaiing de oogdop stond. Weer
moet dus de vuurmond 240 °/00 naar rechts gebracht worden,
om de vizierlijn op het hulprichtpunt te brengen.
Evenwel is aan dit ver zijdelings liggen van het hulpricht
punt een belangrijk nadeel verbonden (zie punt 2). Stel dat men,
gebruik makende van een ver zijdelings gelegen hulprichtpunt,-
op een gegeven moment voor 100 M. de opzethoogte moet ver
meerderen. Zij het hulprichtpunt b.v. op 200 0/00 rechts van-
het doel gelegen, dan is de toestand vóór de elevatiewijziging,
zooals in fig 1 Plaat I is aangegeven (vuurmond van boven gezien).
De oogdop O ligt in een verticaal vlak, evenwijdig aan de as-of