58 ten ongeveer in eenzelfde horizontaal vlak liggen als de koppen der piketpalen, want anders zou 1 °/c0 verplaatsing op de achter- riclitschaal den vuurmond minder dan 1 °/00 omzetten. Voor de nauwkeurigheid is het gewenscht den afstand van beide punten en dus ook de duizendste verdeelingen op de richtschalen zoo groot mogelijk te nemen. Rekening houdende met bovengenoemde eischen kan men dus de beste plaats voor beide punten bepalen. Daar die punten een onveranderlijken stand t. o. z. van de zielas moeten hebben, is het dus gewenscht ze aan de affuit zelf te bevestigen b. v. aan de linker zijwang, die dan aan de voor zijde, om het voorste punt voldoende laag te krijgen, van een verlengstuk naar beneden (een smalle plaat) zou moeten worden voorzien. Neemt men nu aan, dat beide punten bepaald zijn en worden aangegeven door 2 pinnetjes, in den vorm van afgeknotte kegels, wier assen in eikaars verlengde en evenwijdig aan de zielas liggen. Op beide pinnetjes plaatst men twee lange richtschalen (b. v. van hout vervaardigd en gedeeltelijk bekleed met een messingen plaat voor de verdeelingen) die aan het eene uiteinde een ke gelvormig gat hebben, dat op het pinnetje past (zie lig. 3). Beide richtschalen zijn dus nu draaibaar om de pinnetjes in een vlak, loodrecht op de zielas en kunnen in den horizontalen stand ge bracht worden, waardoor het andere uiteinde der richtschalen langs de piketpalen komt. Langs de richtschalen is een richt- blokje verschuifbaar, dat nu tegen den piketpaal geschoven wordt. Op beide richtschalen leest men vervolgens het getal af, waar tegenover de merkstreep van het richtblokje staat 1). Staan de beide piketpalen in een lijn, evenwijdig aan de zielas, dan zal op beide richtschalen 't zelfde getal afgelezen worden. Gewoonlijk is dit niet zoo en leest men dus op de voorste b.v. 80 af en op de achterste richtschaal 't getal 86, zoodat men dan aanteekent, dat bij normalen stand van den vuurmond het richt- schaalverschil 6. Leest men bij een volgende richting op de voorste richtschaal b.v. 75 af, dan moet dus het richtblokje 1) Daar de piketpalen wel niet zuiver ter hoogte der overeenkomstige pinnetjes zullen staan, moet het richtblokje in een strekking loodrecht op de richtschaal een dwarsplaatje hebben, waarvan dan de eene helft tegen den piketpaal aankomt bij het verschuiven van het richtblokje (zie fig. 4).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 78