van de achterste richtschaal, op 81 geplaatst, tegen den piket
paal aangebracht worden.
Wenscht men meer of minder correctie aan den vuurmond
te geven, dan verandert dus het richtschaalverschil.
De voorste richtschaal moet tusschen twee speken van het
linker rad gestoken worden, zoodat een der manschappen bij het
vooruitbrengen van het stuk tijdig moet waarschuwen, wanneer
halt zal worden gehouden. Na iedere richting worden de richt-
schalen afgenomen en ter zijde gelegd. De messingen plaat met
verdeelingen op de richtschalen behoeft pas ter hoogte van de
piketpalen te beginnen.
Hoewel dit idéé natuurlijk voor verbetering vatbaar is, zoo
geloof ik toch, dat het principe, waarop het berust, juist is en
mochten dus eventueel richtschalen op deze wijze aangebracht
worden, dan zal men het nadeel, tot nu toe aan deze richtwijze
verbonden, overwonnen hebben, want beide punten aan de affuit
en beide piketpalen hebben een onveranderlijken stand t.o.z. van
de zielas en waarborgen dus een goede zijdelingsche richting.
Daarentegen blijft het groote voordeel der richtschalen, n.l. een
eenvoudig en gedekt in de richting brengen tvan den vuurmond
behouden, terwijl een nieuw voordeel verkregen wordt en wel
het gebruik bij de noodbedding, dat tot nu toe niet mogelijk was.
Laat ons nu de verschillende gevallen van indirecte richting
beschouwen.
A. Doel zichtbaar van af de voorliggende dekking of een
verhoogde standplaats achter den vuurmond.
a. Richibaken tot kanonnen.
De twee lichtbaken worden op den vuurmond bevestigd en
door een man, achter den vuurmond op een verhooging staande,
op het doel gericht. Zijn geen lichtbaken tot kanonnen aan
wezig, dan kan de vuurmond bij niet te sterken wind met een
richtlood in de richting gebracht worden.
Beide methodes zijn wel het eenvoudigst en vlugst en moeten
dus, waar mogelijk, worden toegepast.
b. De Rooihark.
Na den vuurmond op het oog zoo goed mogelijk in de rich
ting gebracht te hebben, wordt de rooihark op de voorliggende