61
AY, d. i. de afstand van vuurmond tot voorliggende dek
king, is bekend en dus kan de lijn AB berekend worden.
c. De Richttafel (methode Reitsma).
De richttafel is een vierkant plankje, met wit papier beplakt.
Over het midden hiervan is een lijn getrokken zoodanig, dat, wan
neer het plankje op het achterstuk van den vuurmond geplaatst is>
deze lijn evenwijdig met de zielas loopt. De vaste stand op
den vuurmond wordt verzekerd door vier klosjes aan de onder
zijde van het plankje bevestigd.
Bij de richttafel behooren eenige naalden benevens een liniaal,
die draaibaar is in een punt der vaste lijn ('tpunt a in fig 6).
Bij het gebruik wordt de richttafel op de voorliggende dekking
gelegd. In de punten a en b der vaste lijn worden naalden
gestoken en deze beide naalden gericht op het doel door het
verschuiven van het plankje. Met behulp van een derde naald,
in 't punt c der liniaal gestoken, wordt nu over a gericht op
een wisscher p, die op eenigen afstand 50 M) achter de
batterij staat en zóódanig geplaatst is, dat deze lijn tevens over
het achterstuk van den vuurmond loopt, 't Snijpunt d van het
verticale vlak der beide naalden c en a met de lijn, die over
het midden van het achterstuk loopt, wordt met krijt aange-
teekend en de richttafel op het achterstuk overgebracht met
de naald a ongeveer boven het punt d en de vaste lijn boven
de zielas. Weer wordt over de naalden c en a gericht op den
wisscher, door den vuurmond om te zetten. De vaste lijn en
dus ook de zielas komen dan in de richting db.
Bij grooten afstand van vuurmond tot dekking moet weel
een correctie worden aangebracht (zie onder b. De Rooihark).
Wil men meerdere vuurmonden in de richting brengen, dan
heeft men slechts te zorgen, dat de achterstukken der vuurmonden
ongeveer in één lijn liggen. Daarna plaatst men de richttafel op den
vuurmond, die in de richting is gebracht (b. v. den rechter) met de
vaste lijn boven de zielas en richt nu de derde naald c over de
achterste naald a in de vaste lijn op een wisscher, die buiten
en zijwaarts van de batterij wordt geplaatst, zóódanig, dat de
lijn, loopende over de derde en achterste naald de achterstukken
snijdt. De snijpunten van het verticale vlak, door deze lijn ge
bracht, met de lijnen, die over het midden der achterstukken
