69 Het achterstel van een vierradig voer tuig, in zwaar terrein wendende, zal een weerstand W uitoefenen op het voorstel; die weerstand grijpt in den affuithaak In de 2de plaats leidt Kaiser op blz. 113 van bovengenoemd werk het volgen- aan (zie figuur) en is te ontbinden in de twee krachten W1 en W2. De kracht Wx zal nu het voorstel naar binnen trachten om te trekken. Omgekeerd zal, in snellen gang wendende, bij het eventueel inhouden van den gang het achterstel een aanzienlijke hoe veelheid van beweging kunnen hebben. Deze, door de kracht L voorgesteld, is te ontbinden in de krachten lx en 12, waar van lx den voorwagen tracht om te duwen naar de buitenzijde. Nu zal iedereen moeten toegeven, dat, hoe lichter het voor stel en hoe zwaarder het achterstel, des te grooter de kans is, dat de voorwagen omgetrokken of omgeduwd wordt. Een te groot gewichtsverschil tusschen de beide stellen schaadt dus zoowel beweegbaarheid als manoeuvreervaardigheid. Een derde bezwaar ten slotte, dat voor de hand ligt, is het volgende. Wanneer ons tegenwoordig veldstuk een terreinhindernis moet overtrekken, dan zullen de paarden eerst den voorwagen (551 KG. 91 KG.) en daarna de affuit (616 KG.—91 KG.) over die hoogte heen moeten lichten, zoodat ze het 1167 KG. zware stuk in twee niet veel verschillende porties zullen te verwerken hebben. Dit nu is toch niet hetzelfde als in B 's geval. Daar moet de bespanning eerst 250 KG. overbrengen en daarna 950 KG.Ik geloof, dat eene bespanning beter 2 X ongeveer 600 KG. dan eenmaal 250 KG. en daarna 950 KG. kan vertillen. Wanneer b, L

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 89