76 Letten we ten slotte op de woorden van den Kolonel Affolter (Ueber dieheutige Entwicklung der Feldartillerie,Schw. Zeitschrift für A.u.G. 1900), „Ueberall haben wir eine Yergrösserung der „Anfangsgeschwmdigkeit, verbunden mit einer Yergrösserung der „Querschnittsbelastung der Geschosse und einer dadurch zugleich „gesteigerten Rasanz der Flugbahn, gesteigerten Endgeschwindig- „keit und Durchschlagskraft der Geschosse d.h. hier einer mög- „lichst gesteigerten Tiefenwirkung der Shrapnelsfüllkugeln." en be zien we daarbij de ballistische gegevens in bovenstaande tabel, waarin opgenomen zijn het tegenwoordige Fransche veldkanon, het 7 cM. kanon en het 7,5 cM. kanon, waarbij „geen gram en geen streep" geschonken zijn, dan geloof ik, dat onze veldartil lerie gelukkiger zal zijn in het bezit van een goed 7 cM. kanoni dan van een, zooals B het zich denkt. Resumeeren we de door bovenstaande redeneering verkregen cijfers, dan vinden we voor ons toekomstig snelvuurveldkanon de volgende gegevens: Kaliber 7 cM. Gewicht afgelegde stuk 700 KG. Gewicht uitgerusten voorwagen. 500 KG. Gewicht geheele stuk. 1200 KG. Aanvangssnelheid 475 M. Projectielgewicht 5,26 KG. Arbeidsvermogen bij V0. 60.— MT. Rendement afgelegde stuk. 86,8 KGM. Natuurlijk zijn schommelingen mogelijk, maar toch geloof ik niet, dat zoo men eene rationeele verdeeling van vóór- en achterstel ook bij het nieuwe veldgeschut heeft toegepast even als bij het oude bovenstaande cijfers veel zullen verschillen met de gegevens van het nieuwe geschut. Ten zeerste hoop ik, dat B. kans ziet mij nog door becijfe ringen te bewijzen, dat mijne theorieën onjuist zijn, omdat ik, als artillerist, wanneer het eenmaal zoover komt, ook liever een stuk met gelijke vermogens tegen den vijand commandeer. Daartoe heeft hij de gegevens van ons proefgeschut echter niet noodig. En wanneer B. dan toch de pen opneemt, verzoek ik hem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 96