79 - dien invloed, zoodat hij nog over eenig zelfvertrouwen en eenige zelfstandigheid beschikt, voor den soldaat is het niet mogelijk er aan te ontkomen. Gedurende zijn geheelen diensttijd wordt hij als een kind be handeld, hoeveel expeditiën hij ook heeft medegemaakt; hij ge went hier zoozeer aan, dat hij begint te gelooven, dat dit de eenige manier is, waarop hij behandeld zou kunnen worden. Eindelijk leert hij het toezicht op prijs stellen en evenals een geloovige de leiding van zijn ziel aan zijn geestelijken herder toevertrouwt, vertrouwt hij zijn leven als militair aan zijn meerderen toe. Ivan het ons verwonderen, dat de Engelsche soldaat herhaal delijk zijn tegenwoordigheid van geest verloor tegenover een vijand, die een wijze van oorlogvoeren toepast, waarvan hij geen begrip had? AVij vergeten te veel, dat de grootste persoonlijke moed niet voldoende is om het gemis aan gezond verstand, een ruimen blik en practischen zin te vergoeden, een gemis, dat het onmiddellijk gevolg is van ons alle individualiteit doodend systeem. Indien we er toe overgingen al het onnoodige toezicht en de inmenging in zijn zaken achterwege te laten en den man be schouwden als een zelfstandig persoon, verantwoordelijk voor zijn daden, zouden we een groote schrede voorwaarts doen en hem geleidelijk opheffen tot het standpunt, waarop onze verwachting hem plaatst. Ontwikkel verder zijn intellect en zijn gevoel van eigenwaarde. Door boeken en platen kan men aan zijn ontwikkeling te gemoet komen, en door een gezellig ingerichte recreatiezaal den man doen gelooven, dat ook in de kazerne na een vermoeienden dag de avond genoeglijk kan worden doorgebracht. Men zal wellicht ontkennen, dat boeken een hulpmiddel zijn tot het vormen van een goed soldaat, doch ik meen, dat ze in elk geval kunnen helpen zijn verstand te scherpen en zijn blik te ver ruimen, en in de hedendaagsche oorlogen zijn een helder verstand en scherpe blik van grooter waarde dan blinde moed. Bovendien, de ondervinding van anderen kan de zijne aanvul len, en waarlijk, thans laat de kennis van onze krijgskundige geschiedenis èn bij de officieren èn bij den troep te wenschen over. Denken we slechts aan den laatsten oorlog, hoe weinigen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 99