726
9 bereden ordonnansen.
9e Bat. Infe., sterk: 18 officieren, 294 Eur. en 261 inl. minderen-
le Bergbatterij (Comd'.: Kap. G. J. E. Nauta),
sterk: 4 officieren en 86 minderen, 6 rijpaarden, 36-
trek- en draagdieren, 6 vuurmonden.
Genietroepen (Comd4.le Luit. Plantenga),
sterk: 1 officier en 50 minderen.
Geneeskundige dienst: één ambulance, onder den Officier van.
Gezondh. le kl. L. J. Juda, sterk 18 minderen.
De opdracht der le colonne luidde:
Om 7 uur v.m. afmarcheeren van Roempit over Lam Batoe naar
Lam Goei; laatstgenoemde kampong tuchtigen en daarna Z.
waarts marcheeren naar den weg Tjot IriTjot Rang, om ver
volgens, door eene beweging W. waarts, in vereeniging met de 2e
colonne den weg Tjot IriTjot Rang met omliggend terrein vrij
te maken en te houden, teneinde de fourageering en aflossing
van Tjot Rang ongehinderd te doen plaats hebben.
Voor verdere handelingen zouden nadere orders worden gegeven.
De opdracht voor de 2 colonne luidde:
Om 7 uur v.m. van Tjot Iri in de richting Tjot Rang oprukken,
den vijand in zijne stellingen Baba Djoeroeng—Oleh Tjoet—Tjap
Tanah door een slepend vuurgevecht bezig houden tot nadere
orders worden ontvangen, of totdat bespeurd wordt, dat de om
trekkende beweging der le colonne begint te werken; daarna
in de richting Tjot Rang oprukken, in vereeniging met de le co
lonne den weg en het omliggend terrein vrijmakende en vrij
houdende, teneinde de fourageering en aflossing van Tjot Rang
te dekken.
Met extratreinen werden de troepen te voet van uit Koeta
Radja vervoerd, die van de le colonne naar Roempit, die van
de 2" colonne naar Tjot Iri.
7 uur 18' v. m. rukte de colonne van Roempit in de bevolen
richting op. De cavalerie ging zelfstandig vooruit, zoo snel moge
lijk door marechaussee en genietroepen gevolgd; daarna kwam
het 6e Bataljon met een sectie artillerie (luit. Steenkamp) en daar
op het 12e Bataljon met de twee andere sectiën.. Elke compagnie:
had tandoes en reservemunitie bij zich.