733
op. De brigades van luit. Dijkstra dekten de linker-, die van den
luit. Vis de rechterflank der colonne.
Het gedeelte onder majoor Soeters marcheerde aanvankelijk
langs den Z. rand van Lam Hasan en zette overigens den marsch
op 100 M. zijwaarts van den weg voort, tot nabij Oleh Tjoet,
waarna de weg tot Tjot Iri gevolgd werd. Te 3 uur 20' te
Tjot Iri aangekomen, ontving de majoor last, om ééne compagnie
300 M. ten N. O. en de andere op 300 M. ten Z. O. van
Tjot Iri op te stellen, teneinde den terugmarsch van het 9e Baton.
te dekken.
Toen de afdeeling Dijkstra Ateuh bereikt had, nam zij daar
stelling, om den vroeger achtergelaten troep te doen afmarchee-
ren. Toen deze troep bij de brug van masdjid Ateuh gekomen was,
naderde de vijand tot op 75 M. en opende een levendig vuur, waar
door een inl. marechaussée sneuvelde en een korporaal, alsmede
een dwangarbeider gewond raakte. Toen de doode en de gewonden
in veiligheid waren, trok die troep in het bedekte terrein sprongs
gewijze terug, tot hij te 3 uur 30' aankwam te Oleh Tjoet, dat door
2 brigades van luitenant Vis bezet was.
Ongeveer 100 M. W. waarts van Oleh Tjoet kregen die brigades
uit Z. en Z. O. richting zwaar vuur, dat wel beantwoord werd,
maar waardoor de brigades Dijkstra weer 7 gewonden bekwamen.
Daar reeds enkele dwangarbeiders gesneuveld, en anderen, öf met
gewonden, of alléén naar Tjot Iri teruggegaan waren, ontstond er
in de gevechtslinie spoedig gebrek aan tandoes, waardoor, wilde
men de gewonden niet in handen van den vijand achterlaten,
stand gehouden moest worden en nieuwe verliezen werden ge
leden. Eene sectie van den 2en luitenant W. A. Engelbrecht van
het 9e Bataljon, die W. waarts van de marechaussée stelling had
genomen, verleende daarbij veel steun.
Toen de in batterij staande artillerie, zonder gevaar voor de
gevechtslinie, haar vuur op de kampongranden kon openen, ver
dwenen de vijandelijke schutters weldra; omstreeks 4 uur 15'
keerde de laatste afdeeling binnen Tjot Iri terug. Vooral de Eur.
korp1. v. Heijnen, No. 31519, en de Eur. fus. Callot, No. 42395,
onderscheidden zich ten zeerste bij het terugbrengen der gewonden.
De artillerie, die dezen terugtocht moest beschermen, had door
minder juist gekozen stellingen, niet aan de verwachting voldaan.