736
rekening. De tweede, onder den militairen commandant, kolonel
J. W. Stemfoort, zelf, moest het inrukken van de beide andere
posten dekken.
Bepaald was nog, dat de infanterie- en artillerie-munitie van
Senelop en Lam Soet door dwangarbeiders zou worden vervoerd,
terwijl die van Anak G-aloeng en Lam Barih hoofdzakelijk met kar
ren naar Lam Baroe zou worden gebracht. De colonne van Heutsz
moest te 6 uur v.m. den opmarsch naar Lam Soet en Senelop
aanvangen, die van kolonel Stemfoort te 63/4 uur van Lam Baroe
afmarcheeren. Ter hoogte van Oedjoeng Boekloet en Lam Soet
moest, vóór den verderen doormarsch, voeling tusschen beide co
lonnes verkregen zijn.
De eerste taak der beide colonnes was, om zoo spoedig mogelij k de
communicatie Lam Soet Senelop en Lam BarihAnak Galoeng
te openen en de verbindingswegen voor den terugvoer van
geschut, munitie, vivres enz. bruikbaar en veilig te maken en
te houden. De afvoer moest zoodanig worden geregeld, dat het
geschut, te Senelop en Anak Galoeng in stelling, nog zoo lang moge
lijk kon worden gebruikt. De infanteriebezetting der posten zou
het allerlaatst vertrekken, tot zoo lang in de alarmstelling blijven,
en bij het verlaten van de posten deze in brand steken. Zooveel
doenlijk moest getracht worden dat verbranden en terugtrekken
vanuit Senelop en Anak Galoeng nagenoeg gelijktijdig te doen
plaats hebben.
Een derde colonne, het 9e Bataljon Infanterie (comdb luit.-ko-
lonel Bendien), diende tot algemeene reserve en moest zich te
Lam Barih opstellen.
Daar de beide hoofdcolonnes geheel op zichzelf zijn opgetreden,
zullen wij ze elk afzonderlijk behandelen.
In eene op den 16en ten bureele van den militairen comman
dant gehouden bespreking was nog vastgesteld, dat de colonne
van Heutsz niet den van Siroen naar Lam Soet en Senelop voe
renden hoofdweg zou volgen, maar zich door het bedekte ter
rein een weg zou kappen, en tevens, dat die colonne, te Lam
Soet aangekomen, de andere niet behoefde in te wachten.
De samenstelling der colonne van kolonel Stemfoort was als
volgt