740
commandant van het 6e Bataljon, nog drie sectiën van de l8 com
pagnie 12e Bataljon werden aangewezen om den rechtervleugel
van eerstgenoemd bataljon in Anak Baté te verlengen.
De colonnecommandant was inmiddels ook te Blang Tjoet aan
gekomen, terwijl de chef van den staf zich te half tien naar
Lam Soet begaf, om daar berichten omtrent de le colonne in te
winnen.
De genietroepen herstelden de brug bij Blang Tjoet en te 9 uur
50' v. m. werd aan den transporttrein, die te Lam Baroe was
achtergebleven, den- last gezonden zoo snel mogelijk op te rukken.
De vijand, die niet bijzonder talrijk was, had zich langzamer
hand in Gliëng en Lam Baroe teruggetrokken en bleef vanuit
de randen dier kampongs de colonne bestoken. Om daar nog meer
vuur tegenover te hebben, kregen drie sectiën van het 12e Ba
taljon omstreeks 10 uur order, op 800 M. ten N. van den post
in stelling te komen en, in verband met de sectie Hoolboom,
een slepend vuurgevecht met den vijand te onderhouden. De
sectie Hoolboom, die bij den opmarsch eenig vuur uit Anak Baté
had gekregen, doch reeds om half elf in hare stelling stond,
achtte het te 11 uur 25', dus ongeveer een uur later, noodig een
paar granaten in die kampong te werpen, die noodlottigerwijze
juist te midden van eene sectie Europeanen, die daar in eenige
oude Atjehsche veldwerken in stelling lag, terecht kwamen. Het
gevolg was, dat de Eur. fuseliers van der Wal N°. 29809, Paenen
N°. 23755, Stoelinga N°. 40315, Alflnk N°. 14241, de Jong N°. 28235
en Uilkema N°. 35579 sneuvelden en de Eur. fuseliers Witte
N°. 39214, Martin N°. 23093, van Hengel N°. 37430, Schumacher
N°. 34396 en Rooijman N°. 39580 gewond raakten. Dit voorval
liet niet na het vertrouwen van deze compagnie in hare stelling
zeer te schokken. Op eigen verantwoordelijkheid verliet de com
mandant, de le luitenant Baron van Utenhove, dan ook zijne
stellinglater werd die troep, om hem tijd te geven het zelf
vertrouwen te herwinnen, bij de reserve ingedeeld.
De commandant van het 12e Bataljon had onmiddellijk na het
vallen der schoten zijn adjudant naar den luitenant Hoolboom ge
zonden, om hem te waarschuwen, dat onze troepen zich in Anak
Baté bevonden, waarop terstond een ander doel werd genomen.
De genietroepen waren om 9 uur 45', na het herstellen der brug,