744 Bagagetrein (Comd4.: Kapitein der Art'6. H. W. J. Stroband), sterk1 luit. der artie., 24 Eur. minderen, 5 trekdieren, voorzien van lamoenen, een luitenant kwartiermeester met 10 mandoers en 240 dwangarbeiders. In het door den colonnecommandant uitgegeven marschbevel was vermeld, dat de kapitein Jhr. Graafland zou optreden als commandant der voorhoede, bestaande uit: de marechaussée, 20' man genietroepen en het peloton van het 3e Bataljon. De hoofdmacht was ingedeeld als volgt: l6 compagnie 14e Bataljon. 10 man genietroepen. 2 sectiën bergartillerie. 2e en 36 compagnie 14e Bataljon. ambulance, trein. 1 peloton 4e compagnie 14e Bataljon. Achterhoede (Comd4.Kap4. G. J. H. Bruynis): 1 peloton 4e compagnie 14e Bataljon. De cavalerie was ingedeeld als voorhoede-cavalerie, doch niet aan een bepaalden afstand gebonden. 6 uur v. m. stond de colonne in den voorgeschreven marsch- vorm gereed en marcheerde via Siroen naar Lam Soet af. De cavalerie verkende achtereenvolgens de kampongs Lam Dam, Gapoe en Loeboek, de marechaussée deden hetzelfde, wat huizen en erven ter weerszijden van het pad aanging, en de genietroe pen kapten den weg op sommige plaatsen weer open. Lam Soet werd te 8 uur v. m. bereikt, zonder dat men iets van den vijand be merkt had. De cavalerie ging na een korte rust weer vooruit en zond te 8 uur 15' v.m. bericht, dat de brug ten Z. O. van onzen post was afgebroken. Onder dekking van 3 brigades ma rechaussée (commandant: le luit. Dijkstra) werd deze hersteld. De heuvel ten N. van Lam Oe bleek door den vijand bezet, evenals de kampong Tjot Goet en de geheele rechteroever van de Kroeëng Lingkar. De colonnecommandant, die de artillerie op ge noemden heuvel eeue stelling had willen doen innemen, zag daar van af, omdat hij geen troepen genoeg had om eene colonne op den.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 122