745 rechteroever van de Kroeëng Lingkar te doen optreden, wat dan onvermijdelijk noodig was. De cavalerie vervolgde intusschen hare verkenning in Zuide lijke richting en stuitte, op circa 350 M. ten Z. van de pas her stelde brug, op een zwaren pagger, waarachter zich eene talrijke bende had opgesteld. Onmiddellijk werd een paard gewond, waar op de cavalerie den weg vrijmaakte voor marechaussée en genie troepen. Na verkenning werd aan den colonnecommandant bericht, dat de voorhoede gestooten was op eene vijandelijke versterking, die zich tot aan de Atjehrivier uitstrekte, en tevens om artillerie gevraagd. Het terrein in de ten Z. van den weg Lam Soet—Senelop gele gen kampongs was zeer bedektde sawah's om kampong Belang en ten N. van Bralon en Lam Bada waren hier en daar drassig en bezaaid met kleine hoogten (tjots), waarop tal van vijandelijke bentengs, front makende naar het Noorden, waren aangelegd. Te 8 uur 50' werd door den colonnecommaudant opnieuw een bericht ontvangen, de mededeeling bevattende, dat de hoo- ger bedoelde versterking niet te omtrekken was. Kapitein Graafland had zijne troepen intusschen als volgt op gesteld: Het peloton van het 3e Bataljon in den suikerriettuin ten N. der versterking, rechts daarvan, meer achterwaarts in een terrein insnijding, de marechaussée met 2 brigades in reserve. De ver sterking bleek aarden wallen te hebben met eene dubbele staande bamboeversperring daarvoor; vlak tegen de borstwering was bam- boedoeri aangebracht. In afwachting van de artillerie, openden de repeteergeweren het vuur op 100 M.onzerzijds werd de amb. marech. Savie No. 31497 dadelijk zwaar en een ander licht gewond. Toen 's vijands vuur merkbaar begon te verminderen, besloot de voor hoedecommandant de komst der artillerie niet af te wachten, maar tot den stormaanval over te gaan. Het peloton repeteergeweren, waarvan een deel in reserve werd achtergehouden, deed den aanval in front, de marechaussée op de Wester saillant der versterking. Het eerst waren de le lui tenant K. J. C. Rijnen en de amb. marechaussée Walewangko,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 123