746 No. 9487, daar binnen. Dè vijand vluchtte langs de rivierzijde en werd door luitenant Yis met zijne brigades achtervolgd. Deze stuitten daarbij op eene kleine verschansing, die in het voorbij gaan ook genomen werd. Te 9 uur 15' v.m. verzamelde de voorhoedecommandant zijne manschappen weer, deed de genomen versterking door de reserve brigades onder luit. Stoop bezetten en trok met de rest verder in Z richting langs de rivier; de compagnie van kapitein van Aken beveiligde daarbij de linkerflank en vermeesterde daar nog een drietal bentengs, die zij daarop tijdelijk bezette. De colonnecommandant had intusschen alle overige troepen in den Z. rand van Lam Oe verzameld en de artillerie naar voren gezonden, die daar juist aankwam, toen de voorhoede aan het stormen was. Hiervan kennis krijgend, gaf overste van Heutsz last, dat alles in gevechtsformatie voorwaarts zou gaan om den aanval op masdjid Lam Djampoe en Belang verder te steunen. De artillerie was in stelling gekomen op eene terrasvormige sawah, ten N. N. O. van de door de voorhoede genomen verster kingen en vuurde met ééne sectie op Belang en met de andere in N. W. richting op vijanden achter de Kroeëng Lingkar. De 2e compagnie 14e Bataljon (kap'. Labotz) werd haar als dekking toegewezen, terwijl der le en 3e compagnie van dat ba taljon werd opgedragen, de door kapitein van Aken genomen versterkingen te bezetten. De vijand ontruimde ook de masdjid Lam Djampoe, die dadelijk door het 14e Bataljon werd bezet. Daar trein en ambulances met de dekkingen weer achterbleven, was de colonnecommandant verplicht aan de marechaussée last te geven voorloopig halt te houden. De commandant der batterij kreeg order op te rukken naar masdjid Lam Djampoe, daar in stelling te komen en de, in de richting Senelop, over Bralon, voort- rukkende troepen door vuur te flankeeren. Hiervoor werd door den batterij commandant de sectie Steenkamp bestemd, met een peloton infanterie onder luitenant Gooszen; deze liet op een heuveltje in de sawah, 100 M. ten Z. van den weg, een groep achter en bezette met de overige manschappen de masdjid. De commandant van het 14e Bataljon en de kapitein Graafland ontvingen te 9 uur 45', toen de gevechtstrein achter de mare chaussée opgesloten was, order om weer voorwaarts te gaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 124