748 In Bralon en in de genomen versterkingen waren 4 brigades onder luit. Stoop achtergebleven, die daar ook het huis van den Imam verbrandden. In Lam Bada werd een brigade op verkenning in de kampong gezonden, terwijl de overige troepen in den N. O. rand rust kre gen, behalve de cavalerie, die naar den Zuidrand gezonden werd. De commandant der bovenbedoelde brigade, de Eur. serg'. Kok,, trof een Atjeh'sche panglima aan, die zich met twee kornuiten in een kuil verborgen had. Zij werden dadelijk neergelegd en hunne wapens, w. o. een Peabodygeweer, medegenomen. De commandant van het 14e, die zelf zeer onwel geworden was, rukte, zonder bevel daarvoor ontvangen te hebben, door naar Senelop, ook om zijn troep wat te doen uitrusten. Het was inmiddels 12 uur geworden. Aan den postcomman- dant van Senelop werd het volgende bericht gezonden: „On middellijk alles gereed maken om den post te verlaten, geschut, „munitie, vivres, kookgereedschappen en kazerneering medene- „men. Ik zend trein voor transport. De colonne is in stelling „in Lam Bada. Zendt: „le infanterie reserve-munitie, „2e kookketels en balies met thee of water, „3e geschut en munitie, waarvoor trek- en draagdieren, „4e vivres. „Het laatst blijft de infanterie der bezetting in stellinggebruik „aanwezige petroleum tot in brand steken van gebouwen en alles „wat achterblijft. Zoodra alles weg is en infanterie tot vertrek „gereed staat, geeft U mij kennis en trekt met bezetting op „Noordrand van Lam Bada terug." Aan den treincommandant (kap4. Stroband) werd daarop te 12 uur 20' n. m. gelast, om met alle aanwezige treinkoelies, trek- en draagdieren naar den post te gaan, om die te helpen ontruimen. De comd4. van het 14e Bataljon had inmiddels laten vragen om met zijne twee compagnieën in de versterking te mogen uitrus ten, wijl de troep zeer afgemat was. Te 1 uur 30' werd de le comp. van dit korps aangewezen het peloton v/h. 3e Bataljon in zijne stelling in den N. rand van Lam Bada af te lossen en een half uur later ontving majoor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 126