751 nomen. Luitenant Plantenga bood aan een ander trekdier te gaan halen, maar bracht weldra de tijding, dat er geen beschikbaar was. De colonnecommandant zond echter de compagnie Bruynis te- hulp; deze nam van kapitein Reurts de zorg voor de beide stukken over en bracht die met behulp zijner manschappen bij de hoofd macht. De stukscommandant van het 2°stuk, sergb Klaassen, had intusschen door oververmoeidheid een beroerte gekregen. Wat was er in dien tijd bij de colonne zelf voorgevallen? In Lam Bada aangekomen, had majoor van der Noordaa den colonnecommandant medegedeeld, dat hij hersteld was en de hem opgedragen taak van commandant der achterhoede kon aan vaarden. De colonnecommandant verzocht hem zijn achterhoe de in stelling te leggen, tot dekking van den terugtocht van het laatste deel der bezetting. Aan den commandant der voor hoede en de compagnieën, waartusschen de trein geplaatst wasT werd last gegeven, den terugmarsch te beginnende voorhoede aanvankelijk tot in den suikerriettuin ten Z. van Bralon, de hoofd colonne met den trein tot in den Westrand van Lam Bada. Hier moest nader bevel afgewacht worden. Die terugmarsch zou n.l. door het bedekte terrein tusschen de Atjehrivier en de sa- wah, Zuid van kampong Belang, naar Lam Soet plaats hebben en daar de weg vrij wel ongebaand was, vreesde de colonnecom mandant in Lam Bada een opstopping te krijgen, als den langen trein geen kleinen voorsprong gegeven werd. De voorhoede begon den marsch te 2 uur 15' n. m. Tien mi nuten later ontving de colonnecommandant van den postcom- mandant het bericht: „alles is gereed, marcheeren thans af." Overste van Heutsz begaf zich toen naar den W. uitgang van Lam Bada, om te zien of zijne bevelen door de hoofdcolonne goed waren begrepen. Bij voornoemden uitgang gekomen, bleek den col. comdh dat een groot deel van den trein en een ambulance, waarbij de 3e comp. 14® Bat. die achter den trein thuis behoorde gezeten was in het open terrein ten N. van Bralon. De compagnie van kapitein Bruy nis, die vóór den trein moest marcheeren, had in haar geheel de vijandelijke bentengs en enkele hoogten in de sawah West van Lam Bada bezet, front makend naar het Noorden. Om geene onnoodige verliezen te krijgen, werd aan den commandant der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 129