755 O. rand van Lam Oe, waar de sectie artillerie van luit. Zon den ganschen dag opgesteld was geweest; de sectie Berenschot werd daarom opgesteld in de 's morgens het eerst genomen verster king, waar zij weldra door het peloton van luitenant Rijnen werd vervangen. Uit hare beide stellingen had de artillerie den vijand aan de overzijde van de Kroeëng Lingkar onder vuur genomen. Een enkel projectiel had daar o.a. een twintigtal moslemin buiten gevecht gesteld. Ook de infanteriedekking had krachtig medegevuurd, zoo dat tegen half vier, zoowel van de infanterie als van de artillerie, de munitie zoo goed als verbruikt was. De commandant der infanteriedekking, in de meening verkee- rende, dat de colonne langs de Atjehrivier was teruggetrokken, achtte het geraden, toen 's vijands vuur uit Lam Sinjing begon toe te nemen en hij verwachtte, dat de vijand ook spoedig in den N. ~W. hoek van kampong Belang zou verschijnen, de artillerie al vast uit de masdjid terug te doen gaan, opdat zulks later niet ten koste van groote verliezen zou moeten geschieden, Hij gaf den last om met de sectie eene meer Noordelijk gelegen stelling, achter een heuvel in de sawah, in te nemen. Dit had zonder verliezen plaats. Toen te 4 uur n.m. de chef. van den staf, kaph Kronouer, bij de batterij kwam, werd hem van het munitiegebrek kennis gegeven, waarop die kapitein naar Lam Soet reed en van daar aanvulling zond. Te 4 uur 30' begon de vijand van den linkeroever der Atjeh rivier de kanonniers, die aan die zijde ongedekt waren, te beschie ten, waarop andermaal van stelling werd verwisseld naar een punt in den hoek, dicht bij den rand van het bedekte terrein ten Z. van Lam Oe. Een half uur later trok de sectie artillerie van luit. Zon, die, op de sawah nabij den N. weg naar Senelop, bij dienzelfden rand, met het front naar het Oosten, gestaan had, in de kampong terug. Bij het weder in batterij komen werd die officier gewond In deze laatste opstelling werd door de artillerie doorgevuurd, tot alle munitie, ook die van de terugtrekkende colonne ontvangen, behalve de kartetsen, verschoten was. Toen te 6J uur n.m. het detachement Reurts voorbij ging en mededeelde, dat er geen meer dere troepen volgden, verliet de batterij hare stellingen en mar cheerde een kwartier later af. Uit het gezegde van den achterhoedecommandant „doormar- Dl. II. 1903. 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 133