756
cheeren", dat in antwoord op de vraag „waarheen" van den batte
rijcommandant bij den afmarsch gegeven werd, maakte deze op,
dat te Lam Soet niet halt behoefde te worden gehouden en zoo
sloeg deze artillerie met hare dekking het 's morgens gevolgde
pad naar Siroen in. Ongelukkigerwijze sloten de geleiders van
een der veldvuurmonden en tal van draagpaarden met de muni
tie zich achter die artillerie aan, zonder dat de treincommandant
hiervan kennis droeg. Nu was het pad breed genoeg voor het berg-
geschut, maar de veldaffuit, die een halven meter meer spoorwijdte
had, was in de duisternis bijna niet door de kampong te krij
gen. Ook tal van koelies, beladen met goederen van Senelop,
die maar medegeloopen waren, droegen er het hunne toe bij,
dat telkens het verband verloren ging. In den suikerriettuin ten
Z. van Lam Dam-Noord werd het verband weer hersteld en kreeg
men verbinding met eene sectie van het ter hulp gezonden 9e
Bataljon, die daar bezig was vuur, uit Lam Tengah (linkeroever
Atjehrivier) afgegeven, te beantwoorden. Bij het weder voor
waarts gaan werden de bezwaren met den veldvuurmond zoo
groot, dat de kapitein Labotz, in overleg met den batterijcom-
mandant, besloot het stuk op een goed herkenbare plaats achter
te laten, om het den anderen morgen weder op te halen. Het
sluitstuk, de opzet en de asspieën werden uitgenomen, waarna
de marsch vervolgd en te 9]/4 uur n.m. Lam Baroe bereikt werd.
De daar aanwezige kolonel Stemfoort bepaalde, dat kapitein La
botz den volgenden morgen met het 3e Bataljon het kanon zou
ophalen. Toen men echter ter plaatse kwam, vond men alleen nog
de affuit, de vuurmond zelf was door de Atjehers ontdekt en
medegenomen.
De colonnecommandant was te ruim 5 uur n.m. bij den drie
sprong Oost van kampong Lam Oe aangekomen en zond van daar
een bericht aan den batterijcommandant, met last terug te trek
ken. De kort daarna terzelfder hoogte aangekomen commandant
der achterhoede kreeg last den Zuidrand van Lam Oe te be
zetten, gedeeltelijk met front naar het Noorden omdat uit die
richting de meeste schoten vielen en men den vijand daar ook
hoorde gillen en schreeuwen. Zoodra de artillerie voorbij zou zijn,
moest op Lam Soet worden teruggetrokken, waar de colonne-