765
voeren, evenals dit door invoering van het magazijnsgeweer mo
gelijk is geworden ten opzichte van het infanterievuur.
Uit proeven is voorts gebleken, dat zelfs na een groot aantal
schoten de stand van den vuurmond niet gewijzigd was; hier
door is het tevens mogelijk geworden stelling te nemen op plaat
sen (smalle, hooge ruggen bv.), waar dit te voren door den terug
loop niet doenlijk was.
Het Fransche legerbestuur kwam tot het besluit, dat de bij het
afgaan van het schot stilstaande affuit nog meerdere voordeelen
bood nl. door het aanbrengen van schilden om de bediening te
beschermende munitieaandragers werden tevens beschermd door
den munitiewagen te pantseren en dien naast den vuurmond op
te stellen. Deze schilden dekten tegen geweerprojectielen, op af
standen boven de 450 M. afgezonden, en tegen looden G.K. kogels.
Sinds 30 jaren is de G.K. het voornaamste projectiel der artil
lerie. Hoewel niet op de Europeesche slagvelden, is de groote wer
king van dat projectiel op levende doelen op schietterreinen en bij
expeditiën tegen inlandsche volksstammen voldoende gebleken.
Echter zou de waarde der G.K. aanzienlijk verminderen, als zij ge
bruikt werd in den strijd met door schilden gedekte vuurmonden.
Daarom vulde men de G.K. met stalen kogels en wapende men
het gewone projectiel met een stalen punt, waarmede de bestaande
schilden doorboord werden. Sterkere schilden werden nu evenwel
samengesteld, zoodat de waarde van de G.K. tegenover door schil
den gedekte vuurmonden geringer bleef. Alleen met de brisante
G. is daarom uitwerking tegen zoodanig beschermde artillerie
te verkrijgen.
Zulks toegevende, doet zich de vraag voor, in welke verhouding
G. en G. K. in de munitiewagens aanwezig dienen te zijn.
In den laatsten tijd zijn echter door de „Rheinische Metallwaren
und Maschinen Fabrik" voorstellen gedaan omtrent het toekomst-
geschut, welke door generaal von Reichenau in eenige brochu
res wereldkundig zijn gemaakt, en in enkele voorgaande afleve
ringen van dit tijdschrift beknopt werden medegedeeld.
In die brochures zijn echter eenige mededeelingen gedaan, welke,
naar het oordeel van den schrijver, niet geheel juist zijn. Zoo
zegt generaal von Reichenau, dat met zijn G. vuurmond, bij het