775 boven het terrein uitstak en naast hen zich een prachtige on gebruikte struik of sloot bevond, dat deed er niets toe. En zoo lagen de twee vijanden daar tegenover elkaar, zonder vrees, op zeer korten afstand schijf te schieten. Waar blijft het verschrik kelijke van dien onheilspeilenden onzichtbaren vijand uit den Boerenoorlog? of wil men soms ontkennen, dat het Indische ter rein nog veel meer dekking aanbiedt dan dat in Z. Afrika, waar een ongedekte verplaatsing veelal onmogelijk was, terwijl die hier juist een verrassend optreden zoo in de hand werkt? We hebben nog wel geen scherpschutters, doch er wordt flink gestreefd naar een betere schietopleidingen op de korte afstan den, die hier regel zijn, behoeft men lang geen scherpschutter te zijn om een goed schot te hebben op deze doelen, die zich aanboden soms op 600, maar veelal op 200 en 100 M., zoo niet minder. Indien een van de partijen zich dan ook behoorlijk dekt, moet die, zelfs bij geringere getalsterkte en mindere schietvaardigheid, verre in 't voordeel zijn. Dit voordeel moeten we voor ons le ger zien te veroveren en bij manoeuvres steeds veronderstellen te genover uitstekende schutters te staan; alleen wanneer de tegen partij een inlandsche bende voorstelt, kan men van zijne eischen in zeker opzicht wat laten vallen, minder wat betreft de dekking dan wel den afstand waarop men een werkzaam schot heeft te vreezen. Ik hoorde wel eens verkondigen door een scheidsrechter, dat hij twee compagnieën van elkaar af had gehaald, die 50 M. op elkaar zatenvolgens mij is dit in een Indisch terrein echter volstrekt geen onnatuurlijk geval, en zal dan alleen, meer dan ooit, de per soonlijke behendigheid en geoefendheid der schutters, wat betreft geweer en terrein, op den voorgrond treden. Wat er in zulke on gewone gevallen gebeuren zal is een vraag, waarop men van te voren een antwoord zal dienen te zoeken, alvorens de manoeu vres een natuurlijk verloop kunnen hebben. Meermalen zag ik compagnieën of kleinere afdeelingen, geheel ongedekt, rustig een open sawah tusschen twee kampongs overste ken, terwijl zoo goed als zeker een vijand verwacht kon worden in een kampong, welke die open sawah geheel enfileerde. Een hevig verrassend vuur op de dichte massa volgde dan, waarover zulk een afdeeling zich echter volstrekt geen gewetensbezwaar maakte en xustig doorging, dan wel 't vuur, zelf ongedekt blijvende, beant-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 153