778 kracht moet zoeken in het snel en verrassend, dus zoo lang mo gelijk gedekt, optreden. Wat de veldartillerie betreft, haar gebruik bleek in het Indische terrein alweer met buitengemeene moeilijkheden gepaard te gaan (ik heb niet op het oog de bewegelijkheid) en er kwamen dan ook zooveel onopgeloste vraagstukken op het tapijt, dat 't meer dan wen- schelijk is, dat deze eens van bevoegde zijde besproken worden. Het ligt voor de hand, dat het gebruik der artillerie in het troepen- verband hoofdzakelijk door den leider werd geregeld. Menigmaal moest men echter tot de overtuiging komen, dat de officieren van de infanterie geen voldoende begrip hebben van het optreden der artillerie, welk begrip toch werkelijk niet zoo moeilijk te verkrij gen is en in enkele punten is samen te vatten. Beginnende met het begin, was veelal de toevoeging van artil lerie aan de troepen reeds een mistasting. Van manoeuvres in een vroeger jaar gehouden herinner ik mij, dat een batterij veld was ingedeeld bij een colonne, die moest opmarcheeren langs den Soenter; ieder artillerist gaf onmiddellijk alle hoop op het doel te bereiken en het was slechts met een uiterste klachtsinspanning, met bijna wanhopige volharding, mogelijk het landhuis Kajoe Poe- tih te naderen. De infanterie keerde in het garnizoen terug om elf uur, de artillerie om half vier. Deze laatste was natuurlijk geheel in den steek gelaten. Van oefening kon hier geen sprake zijn; een marschoefening kan de artillerie best alleen af. Gedurende de manoeuvres, die ik in dit schrijven op het oog heb, werd een batterij ingedeeld bij een troepenmacht, die zou optre den ongeveer ter hoogte van kampong Djati aan den Soenter. Ieder artillerist wist onmiddellijk te vertellen, dat aan de op dracht niet zou kunnen worden voldaan, den tijd van het jaar in aanmerking genomen. De batterij werd dan ook onverrichterzake teruggestuurd, na hoogst waarschijnlijk der infanterie groote be lemmeringen in den weg te hebben gelegd. Alvorens de verschillende wapens in te deelen, is het van het grootste belang zich eerst rekenschap te geven van het te ver wachten terrein, en zoo noodig in overleg te treden met de com mandanten dier verschillende wapens. In vredestijd treden de na- deelen minder op den voorgrond, doch in oorlogstijd zou het zeer verkeerd zijn een troep noodeloos te vermoeien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 156