781
(ook bij oefeningen op de kaart kwam dit nogal eens voor). Bij dit
woord schijnt men te veel aan scheren te denkeneen kampong
toch die gekapt wordt verandert niet in een kale vlakte; de neer
gevallen boomen vormen nog een ondoorzichtbare bedekking. Dit
kan men men duidelijk zien op in ontginning zijnde ondernemin
gen. Men kan door dergelijk opruimen voor de artillerie wel de mo
gelijkheid scheppen om over die kampongs heen te schieten, doch
een bedekt terrein zal altijd blijven bestaan.
Yurende artillerie moet een vuurvlag plaatsen. Dit is ten eerste
onnoodig als het vuur behoorlijk gemarkeerd wordt met losse kar
doezen, ten tweede verraadt het de met moeite ingenomen gedekte
stelling. Ook een stellingverandering is onmiddellijk zichtbaar, en
deze moet men juist zoo ongemerkt mogelijk volvoeren. Een schie
ten op de vuurvlag, in plaats van op een werkelijk vastgesteld
doel, had dan ook meermalen plaats. Al de groote moeilijkheden
worden door dergelijke onnatuurlijkheden op het manoeuvreterrein
steeds vermeden, waar ze tot oefening moesten worden gezocht.
Ten slotte wil ik er op wijzen, dat er nog altijd onregelmatigheid
bestond in de bij manoeuvres gebruikelijke afspraken, teekens enz.
die niet gemist kunnen worden voor een juiste nabootsing van de
werkelijkheid. De noodzakelijkheid bleek een voorschrift in te voe
ren in den geest van het witte boekje, dat is uitgedeeld vóór den
aanvang van de groote manoeuvre bij Depok in 1901, doch dat,
zooals het daar ligt, niet steeds gevolgd kan worden.
Mocht ik met deze regelen anderen opwekken om hunne opmer
kingen ten opzichte van het hier aangeroerde onderwerp ten beste
te geven, dan zal mijn eigenlijk doel bereikt zijn en valt er nog wat
meer uit die manoeuvres te leeren, dan hetgeen enkele bevoor
rechten bij de besprekingen opstaken.
B. O. T.