785
Öjke bezwaren moeten overwinnen als bij eene omtrekking langs
de Noordzijde.
Pagasangan was in onze handen en van hier voert een goede
weg naar den grooten weg Ampenan Tjakra Negara, waarop
hijtusschen Mataram en Tjakra Negara, nabij den bekenden Dewa-
tempel, uitkomt, slechts 160 M. van den Westelijken uitgang
van Tjakra Negara. Deze weg gaat over eene overal begaanbare
.sawah met eenige onbeduidende slokanshier en daar bevinden
zich perceeltjes klappertuin. Niettegenstaande de onmiddellijke
nabijheid van Tjakra Negara, komt eene omtrekking langs deze zij
de ons nog zeer goed uitvoerbaar voor, al zijn er gevaren aan ver
bonden. Immers de omtrekkende afdeeling had, van Pagasangan
uitgaande, allereerst een flankmarsch natuurlijk in gevechts
formatie, niet in de marschcolonne met vieren te verrichten
ten opzichte van Mataram en Tjakra Negara; zoodra zij, tot den
aanval op Mataram, Noordwest- of Westwaarts afsloeg, wendde
zij den rug naar Tjakra Negara. Tegen de hieruit voortkomende na-
deelen konden echter afdoende maatregelen genomen worden. Al
vorens de colonne uit Pagasangan oprukte, zoude eene veiligheids-
afdeeling, ter sterkte van 2 compagnieën infanterie en 1 sectie
bergartillerie, vooruit gezonden moeten worden, om met een gedeel
te der infanterie en de sectie bergartillerie zich op te stellen in den
klappertuin 400 M. ten Zuidwesten van meergenoemden Dewa-
tempel, nabij den Westelijken ingang van Tjakra Negara, met op
dracht het terrein tot en met den weg MataramTjakra Negara te
bestrijken; de rest van de infanterie had zich op te stellen in de wa
terleiding ten Zuidwesten van den klappertuin, ter bestrijking van
het terrein ten Zuiden van Tjakra Negara tot Abean Toeboeh, dat
dagelijks geweerschoten wisselde met de Sasaks te Pagoetan. Beide
opstellingen konden van uit Pagasangan, langs de bijna droge
waterleidingen, zelfs onder 's vijands vuur gedekt worden inge
nomen. Door een paar kleine opruimingen kon Abean Toeboeh
in het gezichtsveld van Pagasangan-Oost worden opgenomen,
zoodat de vuurmonden van dezen post de Zuidelijke afdeeling
<in de waterleiding) zoo noodig krachtig konden ondersteunen.
Daar Pagoetan en Soekadana door Sasak's bezet waren, die reeds
eenmaal met goed gevolg een aanval der Baliërs hadden afge
slagen, nl. in den nacht van 19 op 20 September t. v., was van