VOOR DB PRACTIJK. Wenken voor den strijd tegen den inlandschen vijand. De marechaussee-bewapening is het ideaal en men behoeft de brigades slechts door bedekt terrein te zien loopen, de karabijn over den linkerschou der, de getrokken klewang in de rechterhand, om te beseffen, dat zulk eene bewapening den aanvallenden geest moet verhoogen. De met de klewang uitgeruste militairen hebben vertrouwen in dat wa pen; men behoeft maar zelf een marechaussée-klewang in handen te nemen, om zich dat gevoel te kunnen verklarenin de bajonet heeft geen enkele soldaat voldoende vertrouwen. De bajonet moet dus in ieder geval wegblijven als de marechaussée-klewang wordt ingevoerd, en als dan het verlichte geweer het zwaardere komt ver vangen, dan zijn we opgewassen tegen eiken inlandschen vijand en kunnen we onze troepen met vertrouwen tegen den Eur. vijand in het vuur brengen. Het is jammer, dat proeven en nog eens proeven de invoering van prae- tische zaken steeds verschuiven. Lichte bewapening moeten we krijgen dat gebieden de telkens wederkeerende inlandsche oorlogen, die thans meer en meer naar het diepe binnenland verplaatst worden. Onlangs kreeg ik weer eens in handen de „Zending naar Opper-Burmah" van Breyer (1» Afl. I. M. T. 1888) en toen trof mij de merkwaardige overeenkomst van het toenmalig optreden van het Engelsche leger en ons tegenwoordig optreden tegenover den inlander. Snelle en lange marschen, het bij nacht afmar- cheeren tot energiek omsingelen van kampongs, het achtervolgen van hoof den van kleine benden, en dat alles met kleine troepenmachten evenals bij ons. De Burmah-expeditie is reeds 16 jaar geleden; het heeft wel lang geduurd voordat de daaruit te putten lessen door ons ter harte genomen werden. Yoor vlug optreden, voor snelle marsehen is lichte bewapening en lichte uitrusting hoofdzaak. In 't kort wil ik dus hieronder kleeding en uitrusting van onze soldaten ter sprake brengen. Het hoofddeksel, ontdaan van het garnituur (of met flink vuil garnituur), voldoet goed, maar kan nog lichter zijn. Enkele soldaten dekken zich met een dubbelen stroohoed, die, goed geolied, tegen regen beschermt, op den duur bruin wordt en minder in 't oog valt. Het wil mij voorkomen, dat een dergelijke dracht beter is dan de tegenwoordige; echter dient nader af gewacht te worden of deze dracht slechts een voorbijgaande mode is hetzij om er meer krijgshaftig uit te zien (Amboineezen tooien de hoe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 171