- 812 Tot nu toe geeft geen enkel onzer Indische reglementen eenige aanwijzing omtrent het wezen en de uitvoering der plaatsbepa ling en werd voor de beoefening van deze moeilijke taak der ves tingartillerie gebruik gemaakt van het Hollandsche „Voorschrift op den batterijdienst enz", in 1898 uitgegeven. Evenwel het hoofdstuk van dit voorschrift, handelend over de plaatsbepaling, is verre van volmaakt. Wel zijn de resultaten, die men er in vredestijd mede krijgt, dikwijls zeer bevredigend, maar of bij de oefeningen wel steeds rekening wordt gehouden met den oorlogstoestand is een andere vraag. In 't kort komt de handeling op 't volgende neer. In twee in de stelling gelegen punten, van waar uit het doel te zien is, wordt een peilpost uitgezet, welke tot taak heeft den hoek te meten, dien de lijn peilpost tot eenig terreinvoorwerp maakt met de lijn peilpost doel. Is deze hoek in beide posten geme ten, dan wordt hij op de terreinkaart overgebrachthet snijpunt der beide lijnen peilpost—doel geeft dan de ligging van het doel aan. Zijn L. P. en R. P. in fig. 1 respectievelijk de linker- en de rechter - peilpost, T en T' respectievelijk de terreinvoorwerpen t. o. waar van door den linker- en den rechterpeilpost de hoeken worden ge meten en x en (3 deze hoeken, dan stelt dus 't punt D 't doel voor. Is de ligging hiervan op de kaart bepaald, dan wordt op de kaart de afstand van de batterij B tot 't doel opgemeten, benevens den hoek dien de lijn BD maakt met de lijn batterij tot eenig terreinvoorwerp (hier bv. T') 1). De batterij heeft nu de noodige gegevens en kan dus het vuur openen. Hierbij wordt ondersteld, dat het doel zichtbaar wordt door den 1) Voor het meten van dezen hoek wordt gebruik gemaakt van den bij het richtvlak behoorenden verdeelden cirkelrand. In mijn opstel over „De richting bij de vestingartillerie" <1. M. T. 1903, afl. I.) werd reeds gewezen op een fout, die blijkbaar bij de constructie van dezen cirkelrand met bijbehoorende liniaal ingeslopen is. Maar afgezien hiervan is dit instrument toch niet bijzonder practisch, omdat het gecentreerd behoort te worden met een los cen- treerstuk, waardoor dikwijls fouten ontstaan. Waarom dit losse centreerstuk niet vervan gen door een vast, bv. een messingen plaat ter breedte van 2 c.M., loopende van de getallen 0 tol 3140, waarin in het midden een gat is gemaakt, waarmede het centreer stuk over 't centreerpunt kan gebracht worden? Nog beter zou het misschien zijn het instrument te vervangen door een zg. trans porteur (die o. a. ook bij de Oostenrijksche vestingartillerie gebruikt wordt), zijnde een ronde celluloid schijf met dezelfde randverdeelingen als die van het richtvlak en in t midden voorzien van een gat, waarmede de transporteur over het centreerpunt kan gebracht worden. Het voordeel van dit hulpmiddel is, dat het veel lichter is en door zijn geringe dikte het gebruik van meerdere op een kaart toelaat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 190