826
liniaal in N voor en c het punt, waar deze liniaal door de lijn
NO gesneden wordt. Men heeft nu:
MO „D Na Nfr cb r
~MN~ B aK ~~aK~~~aTc~^~r
3
Neemt men dus A r ^qq X ri dan wordt dus
Daar in deze laatste formule niet de hoek voorkomt tusschen
doel en terreinvoorwerp, gaat de methode voor alle terrein-
voorwerpen op.
"Voor de practijk geeft de schrijver echter een hoek van 45°
tot 60° als de meest gewenschte aan. Uit door hem genomen
proeven bleek verder, dat een verhouding tusschen /\r enr van
3/100 de beste resultaten gaf. In het genoemde artikel komen verder
nog eenige variaties van deze methode voor, die echter alle op het
zelfde beginsel berusten.
III. Als derde methode van afstandmeting kan toegepast wor
den het middel, aangegeven in mijn vorig opstel over „De rich
ting bij de vestingartillerie."
Zij, in fig. 7, P de standplaats van waar men den afstand tot
een doel D wenscht te kennen.
Zij verder de afstand P T tot zeker terreinvoorwerp T bekend
(door meting op de kaart), dan worden in P en in een tweede stand
plaats P' de hoeken TPD en TP'D gemeten.
Zijn deze respectievelijk a °/00 en a' °/00dan vindt men uit de ge
lijkheid van de som der hoeken van de driehoeken P'TOen POD, dat
°/oo Z D a' °/0„ T(1)
P' T gelijkstellende aan PT bM. enPP' c M., vindt men voor
ppi c pp' h
tg. z T pTy - -b =d°!00 en tg. Z D= -
zoodat (1) wordt:
b a' -f- d a
x
1000 X b
X a' d—a
IV. Zie voor deze methode fig. 8.
°/oo Ha' °/oo -f" d °/oo
CC