841 den gemaakt op terreinvoorwerpen, die 's nachts als herkennings- teeken dienst kunnen doen. Ook moeten dezen hen met de namen der kampongs, riviertjes, sawahs, heuveltoppen enz. bekend maken. Wanneer Atjehers de patrouilles moeten voorbijgaan, geschiedt dit aan de rechterzijde. Ten aanzien van gewapenden wordt gehandeld zooals door den gewestelijken militairen commandant bij commandementsorder, dd. 15 Mei 1902 No. 69, is bepaald (bijlage 13). Overigens behoort op marsch te worden opgevolgd het voorge- schrevene in de circulaire van den civielen en militairen gou verneur van A. en O., dd. 12 Augustus 1902 No. 2661/13 (bijl. 14). B. NacJitpatrouilles. Bij nachtpatrouilles wordt het volgende in acht genomen. De groepen marcheeren gesloten en zoo behoedzaam mogelijk. Bij maneschijn gelden de voorschriften voor dagpatrouilles. Na een hindernis te zijn overgetrokken, houdt de voorste groep den pas in en geschiedt het opsluiten in den gewonen pas. In de nabijheid van bewoonde oorden blijven de manschappen in de co lonne en zoeken zij dus niet zijdelings van den weg, of het pad, een door- of overgang. Dit zou tot noodeloos geruisch aanleiding kun nen geven. Is de te overwinnen hindernis groot, dan houdt het hoofd aan de overzijde daarvan, na eenigen afstand (gelijk aan de .colonnediepte) doorloopen te hebben, halt. Is de achterste groep opgesloten, dan geeft haar comdt. door met den mond zacht te flui ten daarvan kennis aan de voorafgaande groep, die het doorgeeft. Spreken en rooken zijn ten strengste verboden, rammelende voorwerpen mogen niet worden medegenomen; dit laatste is trou wens ten allen tijde verboden. Over het algemeen moet de comdt. van de voorste groep c. q. afdeeling, die den pas aangeeft, goed inzien, dat de colonne, die achter hem volgt, niet zoo spoedig voortkomt als hij en dat de marsch voor de achterste groepen ook veel vermoeiender is; dat de afstand of gaping, ontstaan door het overwinnen van eene kleine hindernis, vóóraan in de colonne slechts enkele meters bedraagt, ■doch naar den staart der colonne of patrouille grooter wordt. Atjehsche gidsen moeten goed in het oog worden gehouden en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 219