851
plaats was zoodanig gekozen, dat eene beschieting vrij wel onmo
gelijk was. In den morgen van den 19en werd de marsch vervolgd,
steeds kappende en over vele ravijnen.
In dezelfde formatie als den vorigen dag werd langs de rivier
voortgemarcheerd. Waar we op een ladang kwamen, bleken de
enkele huizen nog niet lang geleden verlaten.
Tegen 10 uur dicht bij een ladang komende, ontdekten de gid
sen tusschen het geboomte door aan den anderen oever 2 prau
wen; op dien oever lag ook een ladang met 4 a 5 huizen. Uit
de aanwezigheid der prauwen werd afgeleid, dat de ladang
waarschijnlijk nog bewoond zou zijn. Voorzichtig rukte de spits,
sterk 10 baj., met den col.- en den voorh. comdt. vooruit, doch
nauwelijks was de patrouille uit het bosch te voorschijn geko
men, of aan den overkant sprongen een tiental Djambiërs met
geweren uit de huizen en vluchtten hals over kop het omrin
gende struikgewas in.
Er werd onmiddellijk door de patrouille gevuurd, doch uitwer
king werd niet waargenomentrouwens in een oogwenk waren
de Djambiërs verdwenen. De col. comdt. gaf last aan de voorhoede
om stelling te nemen op de ladang, die hooger lag dan de rech
teroever, terwijl de genie bevel kreeg een pad te kappen naar
de rivier. Twee dwangarbeiders, waaronder de onverschrokken
mandoer Palako, die reeds gedurende de vorige dagen getoond
had een uitstekend zwemmer te zijn, zwommen door den vrij ster
ken stroom naar den overkant en haalden de prauwen op, waar
van er slechts één bruikbaar bleek. Terwijl de genie kapte, viel
nu en dan uit het struikgewas aan den overkant een schot, ge
lukkig zonder te treffen. Het detachement van Krieken werd het
eerst overgezet; toen het dicht bij de huizen kwam, vluchtten uit
een daarvan nog 2 Djambiërs, na eerst nog gevuurd te hebben. Ze
lieten op hunne vlucht een geweer achter, dat door ons werd mee
genomen; het was een oude voorlaad-karabijn, van Engelsch
maaksel. Dicht bij het huis, waaruit de twee menschen vluchtten,
werd een lijk gevonden, dat volgens den dokter reeds eenige
dagen oud moest zijn, hetgeen deed vermoeden, dat de man in
den nacht van den 18en gesneuveld en daarna per prauw naar
de ladang gebracht was.
Het detachement v. Krieken kreeg last om stelling te nemen