854 koin, was de weg en het terrein bezijden daarvan nog overdekt met randjoes en wolfskuilen, zoodat een opmarsch langs dit pad ons zeker duur te staan zou gekomen zijn. Bovendien was een rivierovergang in den weg van Keboen naar Parit uiterst moeielijk geweest, om niet te zeggen onmogelijk. Nu was door de omtrekkende beweging de vijand eenvoudig uit zijne stellingen gemanoeuvreerd, zeer zeker een prachtig voor beeld van eene goed geleide en succesvolle omtrekking. Gedurende den derden nacht werd het bivouak vrij hevig beschoten, waarbij een dwangarbeider eene voetwond opliep- Eene hinderlaag, eenige dagen later in kg. Keboen gelegd, werd op den terugmarsch door den vijand beschoten, maar had toch het succes, dat de vijand niet meer van zoo dichtbij durf de schieten. Een paar dagen na onze aankomst te Parit kregen we bericht, dat Pangéran Toemenggoeng en Pangéran Kerto, die zich reeds hadden onderworpen, weer gevlucht waren, zoodat nu eene hard nekkige vervolging van die heeren en van Pangéran Hadji Oemar, zoon van ex-sultan Taha en schoonzoon van P. Toemenggoeng, op het programma staat. Daar de colonne aan de boven-Tambesi, onder den kapitein Raedt v. Oldenbarneveldt, opdracht had gekregen om met de Mera- ngin-colonne samen te werken door doesoen ToewS te bezetten, besloot de col. comdt. ook eene patrouille te maken langs de Nilo in de richting van doesoen Toewa. Een detachement van 50 baj., waarbij ingedeeld de luit. Ban- nink, verder 80 koelies, die voor 10 dagen vivres meevoerden, ging - daarom in den morgen van 8 April op marsch, daarbij den weg volgend over de waterscheiding tusschen Nilo en Merangin. Den zelfden dag omstreeks 4 uur werd na een zwaren marsch Loe- boeq Bringin in het Nilo-dal bereiktde bevolking, van Menang- kabouwschen oorsprong, was niet gevlucht. Den volgenden dag werd opgerukt langs het Nilo-dal tot Loeboeq Birah, den derden dag tot Derian Ramboenoveral waren de kampongs verlaten. Yan D. Ramboen werd in één dag doesoen Toewa bereikt, waar eene vrij sterke bende door ons werd overvallen; één doode en 4 geweren vielen ons in handen. Dienzelfden dag werd het bivak ''s nachts van 81 uur hevig beschoten, maar doordat de huizen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 232