645
kan kwijten, leert de ondervinding. Het gedrag wordt slechts
beoordeeld naar het meerdere of mindere aantal disciplinaire straf
fen, dat moest worden opgelegd; evenzoo de fermiteit naar hou
ding en optreden tegenover een - liefst gesloten troep. Maar
van een betere vormingdie èn gedrag èn fermiteit ten goede
kan komen, is geen sprake, kan geen sprake zijn, wijl zoowel tijd
als gelegenheid aan de kaderschool ontbreken, om die vorming
daar tot haar volle recht te doen komen.
Het is ook hier, evenals bij de opleiding tot troepenofficier,
dat het scheeve van ons gansche militair onderwijssysteem in
het oog springt. Het recht om over anderen te heerschen wordt
steeds en uitsluitend ontleend aan meerdere kennis, en van daar,
dat het zwaartepunt der opleiding tot meerdere, ook daarin al
leen wordt gezocht. Kan, indien de hoogere ontwikkeling van
het intellect eenigszins belangrijk is, zooals bij de officieren, nog
veel goed worden gemaakt, omdat met meerdere kunde dikwijls
werkelijke beschaving, en hiermede een betere vorming van het
karakter hand aan hand gaat, bij de weinige kennis, die van den
onderofficier en korporaal wordt gevorderd, is het onmogelijk te-
veronderstellen, dat daarmede ook een verbetering van gedrag en
fermiteit vergezeld zal gaan, en in waarheid staat dan ook het.
plichtsgevoel en de toewijding bij het tegenwoordige kader in
geen enkel opzicht hooger dan bij den soldaat.
Op grond van al het vorenstaande, aarzelen wij niet als onze
meening kenbaar te maken, dat de door de kaderscholen afgele
verde onderofficieren en korporaals nog verre van bruikbare
meerderen zijn, en inzonderheid moet dit van de laatsten de
korporaals worden gezegd, omdat zij voorheen nog in 't geheel
niet in de gelegenheid waren, eenige practische ervaring als su
perieur op te doen. Voor een deel van individueelen aanleg,
maar overigens geheel van het toeval zal het afhangen, of zij
later wellicht als goede handhavers van orde en gezag (de alles
omvattende eisch) kunnen worden aangemerkt. Echter, en dit
is wel het treurigste, hetgeen geconstateerd moet worden, bij het
thans gehuldigde opleidingssysteem is de kans op een gelukkig-
toeval uiterst gering.
Hoe geheel anders zou dit worden, wanneer de luitenant met
bet gezag werd bekleed, dat liem wettig toekomt. Indien hij, na-